Hieronder vindt u een overzicht van het onderzoek andere gewassen zoals bataat, groenbemester, hennep, ... Via de tags kan u verder zoeken binnen een bepaald thema zoals bemesting, rassen, gewasbescherming, teelttechniek, ...
Deze proef toonde aan dat het kan lonen om een hogere plantdichtheid aan te houden bij het ras Orleans. Het aandeel verkoopbaar product binnen de sorteringen S tot L2 verhoogde hiermee tot 10 ton per hectare. Uiteraard verhogen ook de plantkost en arbeidsuren aanzienlijk. Om deze meerkost te beperken werd in 2021 de proef herhaald voor Orleans aan 75 x 25 cm (in vergelijking met 75 x 30 cm). Ook werd door tussentijds te oogsten de ontwikkeling van de knollen bij de twee verschillende plantdichtheden opgevolgd.
De opbrengstresultaten waren door de lagere temperaturen iets minder dan de eerdere drie seizoenen (zie grafiek). Toch zien we dat de toprassen nog steeds degelijke opbrengsten behaalden.
PCG bracht de voornaamste resultaten uit vier jaar onderzoek en ging in op de teelttechniek en rassenkeuze van bataat. De invloed van keuze plantmateriaal, bemesting, watergift en gebruik van folie werden toegelicht. Vijf oranje rassen (Orleans, Bellevue, Beauregard, Bayou Belle en Indosweet) presteerden jaar na jaar goed en haalden over de jaren heen de hoogste verkoopbare opbrengsten. Naast onderzoek rond de teelt van bataat deed PCG ook uitgebreid smaak- en consumentenonderzoek.
Op dinsdag 7 september 2021 organiseerden we een BATAAT dag. Het programma omvatte een seminarie met verschillende presentaties omtrent de productie, handel en consumptie van bataat in België en de wereld (VLAM), de teelt van bataat in Vlaanderen (PCG), gebruikswaarde en consumentenappreciatie van lokale bataat (PCG) en de verwerking van bataat tot vriesverse producten (Ardo). Na het seminarie werd een rondgang georganiseerd waarin naast de tussentijdse proefresultaten van 2021 ook bewaring, mechanische onkruidbestrijding en machinedemonstraties aan bod kwamen.
Op dinsdag 7 september 2021 organiseerden we een BATAAT dag. Het programma omvatte een seminarie met verschillende presentaties omtrent de productie, handel en consumptie van bataat in België en de wereld (VLAM), de teelt van bataat in Vlaanderen (PCG), gebruikswaarde en consumentenappreciatie van lokale bataat (PCG) en de verwerking van bataat tot vriesverse producten (Ardo). Na het seminarie werd een rondgang georganiseerd waarin naast de tussentijdse proefresultaten van 2021 ook bewaring, mechanische onkruidbestrijding en machinedemonstraties aan bod komen.
De operationele groep ‘Mebat: Mechanisatie voor opschaling van de teelt van bataat’ heeft als doel diverse bedrijven met expertise in de teelt samen te brengen om kennis uit te wisselen rond plant- en oogstmechanisatie en mechanische onkruidbestrijding en samen de voornaamste knelpunten te definiëren en aan te pakken.
Deze proef werd aangelegd om de selectiviteit van diverse onkruidbestrijdingsmiddelen en combinaties van middelen in bataat (Ipomoea batatas) na te gaan.De proef werd geplant op 4 juni 2020 met slips van het ras Beauregard, ontwikkeld door de Louisiana State University, vermeerderd door Nativaland in Portugal en verdeeld door Lenders B.V. uit Nederland. De slips werden manueel geplant op ruggen met biodegradeerbare folie (loonwerk Pattyn, tussenrijafstand 0,75m).
Momenteel hanteren we als ideaal planttijdstip de eerste twee (tot drie) weken na de ijsheiligen (half mei). Te vroeg planten kan verlies betekenen door koude; te laat planten productieverlies omdat het aantal groeidagen niet bereikt wordt. De afgelopen jaren haalden we goede resultaten met een plantdichtheid van 75 cm op 30 cm. Om te kijken of we een geschiktere, kleinere sortering konden krijgen voor de verse markt door dichter te planten, werd in 2020 vergeleken met een plantdichtheid van 75 cm op 20 cm. Omdat deze teelttechnische vragen eveneens rasafhankelijk zijn, voerden we dit onderzoek uit bij twee courant geteelde rassen in Vlaanderen voor de verse markt: Orleans (LSU) en Bellevue (LSU).
Bonita (kleur: wit), Orleans (kleur: oranje), Evangeline (kleur: oranje), Bellevue (kleur: oranje), Beauregard (kleur: oranje), Bayou Belle (kleur: oranje), Purple “Sakura” (kleur: paars), Covington (kleur: oranje).
Momenteel hanteren we als ideaal planttijdstip de eerste twee (tot drie) weken na de ijsheiligen (half mei). Te vroeg planten kan verlies betekenen door koude, te laat planten productieverlies omdat het aantal groeidagen niet bereikt wordt. De afgelopen jaren haalden we goede resultaten met een plantdichtheid van 75 cm op 30 cm. Om te kijken of we een geschiktere, kleinere sortering konden krijgen voor de verse markt door dichter te planten, werd in 2020 vergeleken met een plantdichtheid van 75 cm op 20 cm. Omdat deze teelttechnische vragen eveneens rasafhankelijk zijn, voerden we dit onderzoek uit bij twee courant geteelde rassen in Vlaanderen voor de verse markt: Orleans (LSU) en Bellevue (LSU).
In het kader van het Europees Horizon 2020 project Fertinnowa werd op 9 april 2018 een studiemoment ‘Fertigatie in courgette’ georganiseerd door het PCG. Voor- en nadelen van verschillende irrigatietechnieken werden onder de loep genomen. Er was ook aandacht voor kostprijs en benodigde arbeid voor de verschillende systemen. Ervaringen van telers werden uitgewisseld en ook toeleverancier Saelens lichtte een aantal technische aspecten toe.
Zowel prei als courgettes voor de verse markt zijn heel arbeidsintensieve teelten. De totale kostprijs voor arbeid loopt voor prei op tot 40% en voor courgette zelfs tot 50% van de totale kostprijs. Arbeidsefficiënt te werk gaan, is dan ook noodzakelijk om een goede rendabiliteit van de teelt te bekomen.
Binnen het ADLO-demoproject 'Openluchtgroenteteelt: verhogen van de rendabiliteit door inzicht in kostenstructuur' worden enthousiaste telers gezocht die deel willen uitmaken van een gesloten werkgroep per teelt. In deze werkgroepen zal open gediscussieerd worden over de diverse kostenposten verbonden aan de teelt.
This trial has been set up to evaluate the efficacy of lipopeptides produced by Bacillus subtilis against powdery mildew (Erysiphe cichoracearum) in courgette. In addition to the lipopetides a chemical reference and two biological products based on seaweed extracts were integrated in the trial.
Om bladverbranding te voorkomen is het belangrijk om de planten met voldoende water nat te zetten voor de behandeling en af te regenen na de behandeling. Verschillende dosissen water werden getest. Deze proef diende als voorproef voor de proeven OL12 ANBM01 en OL12 SEBM01, toepassing van startfosfaten bij andijvie en selder.
Deze proef werd aangelegd om de selectiviteit van Centium 36 CS, toegepast in courgette na planten, na te gaan in het volggewas veldsla.
Courgette bemestingsonderzoek waarbij het effect van het mengen van de fosformeststof in de potgrond bekeken werd. De gebruikte meststoffen waren APP, Novatec Solub, Vivifos en tripelsuperfosfaat. Als positieve referentie diende een puntsgewijze toediening van APP na planten.
In 2010 werd opnieuw een proef aangelegd met startfosfaten in diverse teelten (andijvie, groene selder, knolvenkel, Chinese kool en courgette). Dit maal werd gekozen om de meststoffen tripelsuperfosfaat, ammoniumpolyfosfaat en Novatec Solub 14-48 te vergelijken.
In deze demoproef met mengsels groenbedekkers wordt enerzijds de invloed van vroeg en laat bloeiende rassen van gele mosterd op stikstofopname, gewashoogte en vorstgevoeligheid onderzocht.
Door PCG en PCA werd op 14 augustus 2017 in kader van het Leader project ‘Boeren op een helling’ een demonstratieproef groenbedekkers aangelegd op een perceel in Lierde om verschillende groenbedekkermengsels met elkaar te vergelijken. Er werden daartoe 10 EAG-mengsels geselecteerd en ingezaaid op een tarwestoppel die voorafgaand werd bemest met runderdrijfmest. De zaai gebeurde in combinatie met een diepgronder en rotoreg in één werkgang.
Momenteel worden er volop groenbedekkers uitgezaaid. Veel landbouwers kiezen ervoor om de 5% ecologisch aandachtsgebied (EAG) in te vullen door een groenbedekkermengsel in te zaaien. Daarmee voldoen ze niet alleen aan de EAG-voorwaarde, het levert hen meer op. Een belangrijke regel blijft wel dat je steeds zo snel mogelijk inzaait, want hoe vroeger gezaaid, hoe groter het effect.
De teelt van groenbemesters is voor vele groentetelers een vaste activiteit binnen het teeltplan. De voornaamste redenen voor het zetten van een groenbedekker zijn de stikstofopname na de hoofdteelt en de bodemverbeterende eigenschappen (opbouw koolstofgehalte). Wat de bijkomende invloed is van deze groenbemesters op bvb. bodemziektes of de vermeerdering van plagen of aaltjes, is echter niet altijd geweten.
Knolvoet, veroorzaakt door een slijmzwam (Plasmodiophora brassicae / PLADBR), vormt een belangrijk probleem in bloemkool ((Brassica oleracea var. botrytis / BRSOB). Veel telers worden geconfronteerd met volledig aangetaste percelen, omdat preventieve en curatieve bestrijding dikwijls falen. De efficiëntie van een aantal knolvoetbestrijdingsmiddelen werd getest in een veldproef bloemkool, waarbij ook nagegaan werd of een voorbehandeling met een groenbemester een gunstig effect had op knolvoetaantasting.
Het inzaaien van een groenbedekker in het voorjaar is positief voor het nitraatresidu in het najaar. De groenbedekker onttrekt nitraat uit de diepere grondlagen. Na het verteren van de groenbedekker komt de stikstof beschikbaar voor de volgteelt. Zeker bij groenten die pas laat in het voorjaar geplant of gezaaid worden, bijvoorbeeld late prei of late bloemkolen, kan een voorjaarszaai van groenbedekkers nuttig zijn.
In deze proef werden drie zaaitijdstippen van groenbedekkers vergeleken. Het doel van de proef is het demonstreren dat een vroeg zaaitijdstip cruciaal is voor de goede werking van de groenbedekker. Ook werden verschillende groenbedekkers onderling vergeleken.
In deze proef werden 4 soorten groenbedekkers ingezaaid, nl. Italiaans raaigras, bladrammenas, Facelia en gele mosterd. Bladrammenas en gele mosterd werden op twee verschillende tijdstippen voor de volgteelt bloemkool vernietigd.
In deze proef werden 4 soorten groenbedekkers ingezaaid, nl. Italiaans raaigras, bladrammenas, facelia en gele mosterd. Het raaigras werd op twee verschillende tijdstippen voor de volgteelt prei vernietigd.
Er werd nagegaan of er vroeger geoogst kan worden indien men het zaad in zwad (= in rijen op het veld) laat rijpen. Een belangrijke variabele i.v.m. zaadkwaliteit is het gehalte droge stof (DS). Houdt men enkel rekening met het gehalte DS, dan tonen de resultaten van deze verkennende veldproef inderdaad aan dat het oogsttijdstip vervroegd kan worden. Een tweede onderzoeksvraag - 'Induceert het toppen van de planten tijdens het groeiseizoen een hogere zaadopbrengst?' - werd in deze veldproef beantwoord.
Verse knoflook onderzoek rassen met Sprint (Top Semence), Messidor (Biesheuvel), Germidour (Top Semence), Saba Gold (Biesheuvel), Therador (Biesheuvel), Germidour (Top Semence).
Verse look rassenonderzoek met Messidor (Biesheuvel), Aulxito (Biesheuvel), Garcua (Biesheuvel), Sprint (Top Semence), Germidour (Top Semence),Thermidrome (Top Semence),Topadrome (Top Semence).
Verse look wordt geplant tussen eind oktober en december en wordt geoogst tussen april en juni. PCG heeft een beperkte oppervlakte geplant op de zandgrond van het PCG en de zwaardere grond in Oudenaarde (Tivoli, Sint-Bernardustechnicum). De look is net aan het opkomen.
Teelttechnische proef verse look (herfst) 2017 met onderzoek verse look geteeld in zandleem en verse look geteeld in zand. De beste plantperiode voor verse knoflook is de maand oktober. Wij plantten eind oktober – begin november.
PCG onderzocht via een verkennende screening een aantal bestaande herbiciden voor toepassing in de quinoateelt (Chenopodium quinoa). Wat de demonstratiewerking betreft werden er in 2015 twee velden aangelegd, één in de provincie Vlaams-Brabant (in samenwerking met het Nationale Proeftuin voor Witloof) en een tweede in Zwalm. Samen met het Departement Landbouw en Visserij werden daar enkele variëteitengezaaid. ILVO onderzocht het ideale zaaitijdstip en deed het een bemestingsonderzoek, waarbij op drie rassen verschillende dosissen stikstof op verschillende tijdstippen toegediend worden. Bij Inagro werd onder meer de biologische onkruidbeheersing bij quinoa onderzocht.
PCG onderzocht de selectiviteit van een aantal bestaande herbiciden voor toepassing in de quinoateelt (Chenopodium quinoa). Wat de demonstratiewerking betreft werden er in 2015 twee velden aangelegd, één in de provincie Vlaams-Brabant (in samenwerking met het Nationale Proeftuin voor Witloof) en een tweede in Zwalm. Samen met het Departement Landbouw en Visserij werden daar enkele variëteitengezaaid. ILVO onderzocht het ideale zaaitijdstip en deed het een bemestingsonderzoek, waarbij op drie rassen verschillende dosissen stikstof op verschillende tijdstippen toegediend worden. Bij Inagro werd onder meer de biologische onkruidbeheersing bij quinoa onderzocht.
Quinoa rassenonderzoek met: Atlas, Pasto, 34C2 = Jessie. De rassen werden in Nederland veredeld door de universiteit van Wageningen en werden ter beschikking gesteld door het bedrijf ‘Quinobel’ dat het verdeelrecht heeft van de zaden in België.
In Nederland zijn een vijftiental quinotelers. In ons land maar eentje. Wel lopen er experimenten. In Kruishoutem heeft het Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen een honderd vierkante meter gezaaid. Ze willen er de opbrengst onderzoeken om de boeren te kunnen informeren.
The trial has been set up to evaluate the efficacy of PM14/028 against the cabbage root fly (Delia radicum / HYLERA) in radish (Raphanus sativus var. radicula / RAPSR).
Voor het 8ste jaar op rij werden dit jaar verschillende rassen yacon (Smallanthus sonchifolius) vergeleken in proef. De resultaten over de jaren heen maken het mogelijk rassen te selecteren die over het algemeen beter presteren dan andere.
Voor het zevende jaar op rij werden dit jaar verschillende rassen yacon (Smallanthus sonchifolius) vergeleken in proef. De resultaten over de jaren heen maken het mogelijk rassen te selecteren die over het algemeen beter presteren dan andere. Onderzoek met de rassen: "Blanco" / "Dimi" / Meest courante, gele soort / "Morado" / Peru I / "Rojo" / Uit Cajamarca Peru / Uit Nieuw-Zeeland / Uit Nieuw-Zeeland II "Richard" / Uit Rusland / Witte soort.
Op 10 september 2020 ging het proefveldbezoek & demonstratie rond de teelt van bataat door op het PCG. Bezoekersgids: 1. Teelttechnische proef aanleg bataat / 2. Rassenproef bataat /3. Efficiëntie en selectiviteit van onkruidbestrijdingsmiddelen in bataat / 4. Bewaring bataat / 5. Demonstratie machines / 6. Rassenonderzoek yacon / 7. Innovatieve teelt oca / 8. PRONC: Phytosanitary risks of new crops in Belgian horticulture’
Voor het zesde jaar op rij werden dit jaar verschillende rassen yacon (Smallanthus sonchifolius) vergeleken in proef. De resultaten over de jaren heen maken het mogelijk rassen te selecteren die over het algemeen beter presteren dan andere. Onderzoek met de rassen: "Blanco" / "Dimi" / Meest courante, gele soort / "Morado" / Peru I / "Rojo" / Uit Cajamarca Peru / Uit Nieuw-Zeeland / Uit Nieuw-Zeeland II "Richard" / Uit Rusland / Witte soort.
AZ 500 is een bodemherbicide met een werking tegen breedbladigen en wordt toegepast in voor-opkomst of vroege na-opkomst. De erkende dosis op zaaibed prei of in yacon is 0,2 l/ha. AZ 500 bevat 500 g/l isoxaben in een SC formulering. De formulering bevat geen uitvloeiers, hechters of oliën en is een zachte formulering.
Afnemers wensen niet eenmalig een grote hoeveelheid yacon aan te kopen, zij opteren ervoor om gedurende een langere periode stelselmatig een kleine hoeveelheid yacon af te nemen zodat de consument een continu aanbod aantreft in het winkelschap gedurende een langere periode. Yacon telers willen daarom hun product gedurende een zo lang mogelijke periode kunnen aanbieden. Naast teeltonderzoek is daarom bewaaronderzoek ook heel belangrijk voor de sector.
Op vrijdag 28 juni 2019 organiseerden we het slotmoment van het Leader-project 'Zin voor innovatie: start met nieuwe teelten'. Het programma omvatte de resultaten van het project en een bezoek aan de demotuin innovatieve teelten.
Yacon rassenonderzoek 2018 met Blanco, Dimi, Meest courante gele soort, Morado, Peru I, Rojo, Uit Cajamarca Peru, Uit Nieuw-Zeeland, Uit Nieuw-Zeeland II ‘Richard’, Uit Rusland, Witte soort.
Deze proef werd aangelegd om de selectiviteit van diverse bodemherbiciden na te gaan voor onkruidbestrijding in yacon.