Hieronder vindt u een overzicht van het onderzoek bodem en algemene bemesting in de beschutte teelt. Via de tags kan u verder zoeken binnen een bepaald thema zoals plantsapmeting, bodemziekten, MAP, ...
In de nieuwe EU bio-verordening wordt de nadruk gelegd op het handhaven en vergroten van de biologische activiteit in de bodem. Specifiek voor serres wordt het gebruik van groenbemesters en een hogere plantendiversiteit opgelegd. Momenteel is over het gebruik van groenbemesters in biologische verwarmde serres echter nog heel weinig geweten. In dat kader liggen er op het PCG dit jaar twee proeven aan binnen een CCBT-project. Deze proeven nemen de praktische haalbaarheid voor het opnemen van groenbemesters in een rotatie met vruchtgroenten onder de loep.
Dit jaar verkennen we op het PCG opnieuw duurzame alternatieven voor chemische bodemontsmetting. Deze zomer hebben we diverse alternatieve ontsmettingsmethodes toegepast op grond die met Rhizoctonia solani besmet is. Op dit moment liggen er nog kropslateelten aan om op te volgen wat het effect is van de geteste alternatieven op de zwartrot.
In een proef op het PCG testten we in 2021 (bio)solarisatie. Solarisatie is een methode van grondontsmetting door een vochtige bodem te bedekken met een dunne doorzichtige laag plastic, in de periode van het jaar met de hoogste zonnestraling en temperaturen. Biosolarisatie houdt in dat we vers organisch materiaal, in dit geval bladkool, in de bodem inwerken.
Het PCG is een dynamisch Vlaams praktijkcentrum voor de groenteteelt dat beschikt over een eigen laboratorium. Dit laboratorium heeft een BELAC-accreditatie en erkenningen bij VLM en LNE en staat ter beschikking van eigen proeven en stalen van telers. Er worden voornamelijk bodemstalen geanalyseerd die genomen worden door erkende staalnemers.
Het PCG zoekt voor onmiddellijke indiensttreding een zelfstandig staalnemer (m/v). Sollicitatie en C.V. bereiken bij voorkeur per e-mail op vacature[at]pcgroenteteelt.be of per brief: PCG vzw, t.a.v. L. De Reycke, Bedrijfsleider, Karreweg 6, 9770 Kruishoutem.
De bevindingen uit het project werden gebundeld in enkele infoposters over de wortelknobbelnematode Meloidogyne chitwoodi, de wortellesienematode Pratylenchus penetrans en een eerste overzicht over de waardplantstatus van een aantal courant gebruikte groenbedekkers voor deze twee nematodensoorten.
Welke bodembewerkingsmachine(s) is/zijn het meest effectief voor het lagedrukstomen? Is het mogelijk om bepaalde pathogenen (Fusarium sp., Rhizoctonia solani) te bestrijden d.m.v. lagedrukstomen? Wat is het temperatuurverloop in de bodem na het gebruik van de lagedruk stoombodembewerkingsmachines? Wat is het effect van lagedrukstomen op de onkruiddruk in en opbrengst van veldsla als volgteelt?
Wat is het effect van solarisatie op de Rhizoctonia, Pythium en Sclerotinia in de zakjes? In hoeverre is er een hogere efficiëntie van solarisatie door het inwerken van bladkool in de bodem? Welke temperaturen worden bereikt door solarisatie?
Het ReNu2Farm-project is opgericht om de hergebruikspercentages van stikstof (N), fosfor (P) en kalium (K) in de primaire voedselproductieketen in Noordwest-Europa (NWE) te verhogen. Na de goedkeuring van de ReNu2Farm Capitalisation, zal het project gebruik van herwonnen meststoffen in nieuwe markten stimuleren om zodoende het gebruik van herwonnen meststoffen in van kunstmest in Noordwest-Europa te verminderen.
In deze proef werden volgende behandelingen onderzocht: Breken + spitfrezen / Stoombreken + spitfrezen / Breken + stoomspitfrezen / Stoombreken + stoomspitfrezen. Ook werd nagegaan welk bodemverbeterend middel Acidovorax kan onderdrukken of onder controle houde. Dit onderzoek werd uitgevoerd met het ras Festival (Clause).
Het percentage uitgroei was zoals verwacht hoog voor zowel Rhizoctonia als Sclerotinia in de behandeling zonder stomen. Stoombreken + frezen had een reducerend effect op het percentage uitgroei voor beide ziekteverwekkers. Breken + stoomfrezen had in bijna alle gevallen een vergelijkbaar effect met stoombreken + frezen, behalve op een diepte van 15 cm waar Sclerotinia nog 30 procent uitgroei had. Stoombreken + stoomfrezen resulteerde in geen uitgroei van beide ziekteverwekker. De resultaten van Pythium waren niet betrouwbaar doordat de lupinezaden te week geworden waren en er contaminatie was opgetreden.