Hieronder vindt u een overzicht van het onderzoek bladgewassen. Via de tags kan u verder zoeken binnen een bepaald thema zoals bemesting, rassen, gewasbescherming, ...
De Fusariumproblemen in de Belgische slateelt breiden nog steeds uit. Meestal gaat het om aantasting door Fusarium oxysporum f. sp. lactucae, fysio 4 (Fol 4), maar momenteel zijn er ook verschillende bedrijven in Vlaanderen die te maken hebben met fysio 1 (Fol 1). Dit jaar legde PCG een rassenproef aan om te tonen welke rassen beter geschikt zijn voor bedrijven met Fol 1-aantasting. 23 kropslarassen en alternatieve slasoorten werden gescreend op hun gevoeligheid voor Fusarium oxysporum f.sp. lactucae fysio 1.
Het demo-project MIRLET ging begin 2019 van start en had als hoofddoel de MIRLET-app dichter bij de eindgebruiker te brengen. Telers werden daarom actief benaderd en de mogelijkheid geboden om de sensoren en bijhorende webapplicatie volledig gratis uit te proberen gedurende één of meerdere teeltrondes. Dat resulteerde in 24 individuele begeleidingstrajecten waarbij de telers in kwestie konden ervaren hoe de app werkt en hoe het advies een meerwaarde kan betekenen voor hun irrigatiemanagement.
De MIRLET-tool is geschikt voor de teelt van Lollo Bionda, Lollo Rossa, groene en rode eikenbladsla, groene Salanova®-types, bleekselderij en groene selder. De tool komt voort uit het REDUNG-project waar werd gefocust op het vermijden van nutriëntenuitspoeling. Bij overmatige irrigatie treedt er namelijk uitspoeling op naar diepere grondlagen. Om de MIRLET-tool praktisch bruikbaar te maken, werd ze getest in de proefcentra van Inagro, PSKW en PCG.
De proef werd aangelegd om deze aangepaste irrigatietool te demonstreren in alternatieve sla, Salanova crispy groen en Salanova eikenblad groen. Hierbij wordt één deel van het gewas beregend volgens de adviezen komende uit de irrigatie-tool. Het andere deel wordt op basis van bodemstalen, gewasstand en ervaring beregend door de teeltverantwoordelijke. Irrigatiehoeveelheden, kropgewichten en kropkwaliteit worden geregistreerd.
De proef werd aangelegd om deze aangepaste irrigatietool te demonstreren in alternatieve sla, Lollo Bionda en Lollo Rossa. Hierbij wordt één deel van het gewas beregend volgens de adviezen komende uit de irrigatie-tool. Het andere deel wordt op basis van gewasstand en ervaring beregend door de teeltverantwoordelijke. Irrigatiehoeveelheden, kropgewichten en kropkwaliteit worden geregistreerd.
Binnen het vorige project FUNSLA werd een hygiëneprotocol opgesteld en werden rassenproeven opgezet en gewasbeschermings- en ontsmettingsmiddelen uitgetest. Hieruit bleek dat bepaalde alternatieve slarassen, zoals verschillende rassen van lollo bionda, een hoger tolerantieniveau hebben dan kropsla en dat sommige biologische en chemische producten kunnen worden ingezet om de symptomen licht te onderdrukken, maar geen enkel product vertoonde voldoende werkzaamheid. Tot op heden is geen enkel bedrijf erin geslaagd om opnieuw een volledig jaar ‘Fusarium-vrij’ te telen.
Deze proef werd opgezet om de invloed van de sturing van assimilatiebelichting (led) o.b.v. het principe van DLI en lichtintegratie na te gaan op de rendabiliteit van de hydroteelt van multicolorsla (Lactuca sativa / LACSA). DLI, of voluit ‘dagelijkse licht integraal’, staat voor de dagelijkse hoeveelheid PAR-licht die de plant ontvangt.
Elk gewas, ras en zelfs groeistadium beschikt over een specifieke lichtbehoefte die nodig is voor het bereiken van een optimale productiviteit en kwaliteit. Kennis hierover laat toe om exact te bepalen hoeveel extra licht nodig is, wanneer een zekere hoeveelheid zonlicht verwacht wordt, om aan die dagelijkse lichtbehoefte te voldoen. Bij de bepaling van deze streefwaarde moet er – naast het type gewas – echter ook nog rekening worden gehouden met enkele bijkomende factoren zoals de lichtdoorlatendheid van de serre, de geïnstalleerde belichtingscapaciteit en uiteraard ook de weersvoorspellingen tijdens de teeltperiode.
Deze proef werd opgezet om de invloed van de sturing van assimilatiebelichting (led) o.b.v. het DLI-principe na te gaan in de hydroteelt van rode eikenbladsla. Als richtwaarde voor de vaste dagelijkse lichthoeveelheid werd 9 mol/m²/dag genomen.
Het doel van deze proef is het nagaan van verschillen tussen de LED spectra van de DRB-LB2013(Philips) en AP673L (Valoya) lichten onderling en met het spectrum van de hogedruk natriumlamp Greenpower SON-T (400V/600W) (Philips) op het gebied van effect op productie (versgewicht) en kleuring van rode eikenbladsla, geteeld op een mobiel gotensysteem. De studie maakt onderdeel uit van werkpakket 2 binnen het LA-traject (VLAIO) waarvan de resultaten bepalend zijn voor het verdere verloop van het onderzoek, nl. de keuze van het type belichting voor slateelt waarmee verder gewerkt zal worden.
In december 2021 is een intrekking gebeurd van bepaalde toepassingen voor gewasbeschermingsmiddelen op basis van spinosad. De toepassingen in volgende teelten onder bescherming worden verwijderd en niet meer toegelaten: andijvie, slasoorten, spinazie en warmoes/snijbiet. Uit een recente evaluatie blijkt dat het gebruik in deze gewassen niet langer als veilig voor de consument kan worden beschouwd.
De middelen die mogen ingezet worden voor het uitvoeren van een bodemontsmetting worden steeds schaarser. Basamid, met als actieve stof dazomet, mag toegepast worden om de 3 jaar en heeft een wachttijd van 3 weken. Ook stomen is een mogelijkheid, bij deze niet-chemische bodemontsmetting is een temperatuur van 70 °C op 30 cm diepte vereist.
De afgelopen dagen zakte de buitentemperatuur voor het eerst deze winter voor lange tijd onder nul (Figuur 1). De recente ontwikkelingen op de olie- en gasmarkt maken de keuze om te stoken iets gemakkelijker. Naast bescherming tegen vorstschade of het aanhouden van een constante groeisnelheid in het gewas, zijn er aan het gebruik van de stookinstallatie bij bladgroenten neveneffecten verbonden. Hieronder sommen we er een aantal op, zodat je er op kan anticiperen of er zelfs voordeel uit kan halen.
Twee jonge Belgische ondernemers hebben in Waregem hun eigen 'city farm' gebouwd. Zelf nemen de twee het woord 'landbouwrevolutie' in de mond wanneer ze spreken over hun bijzondere boerderij. Een boerderij in een container. De zon wordt er vervangend door speciale ledlampen en de sla wordt er in laagjes boven elkaar gekweekt. Het biedt niets dan voordelen: je hebt weinig ruimte nodig en geen last van droogte of zomerstormen. De sla groeit sneller en is even gezond. Is dit de boerderij van de toekomst?
Opletten met gebruik van Thiacloprid (Calypso) in sla, andijvie, radicchio rosso en suikerbrood. Om overschrijdingen van de nieuwe MRL’s te vermijden, heeft het Erkennigscomité voor bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik besloten de gebruiken van Calypso onmiddellijk in te trekken.
Vanaf 1 juni 2015 is Chloorpicrine voor 120 dagen toegelaten tegen bodemschimmels, -insecten en nematoden en Telone II is dan weer vanaf 20 mei al toegelaten voor een periode van 120 dagen tegen bodeminsecten en nematoden in volgende teelten onder bescherming.
In de zomer werd een rassenproef fijne krulandijvie aangelegd (type très fine maraichère). De rassenproef werd gevolgd door een bewaarproef om ook de sterkte van de rassen voor bewaring te kunnen nagaan. In de proef werden Kassy (Clause), Galia (Nickerson Zwaan), Korbi (Rijk Zwaan), Zidane (Enza) opgenomen. Na oogst werd telkens 1 bak per ras en per herhaling in de frigo bewaard gedurende 8 dagen waarna de bewaarbaarheid beoordeeld werd.
Rassen- en bewaarproef van krulandijvie voor de voorjaarsteelt met Daisy (Clause), Emily (Clause), Glory (Clause), Korbi RZ = 11-406 RZ (Rijk Zwaan), Magaly = CLX1183 (Clause), Milady (Clause), Ophely = CLX1161 (Clause), Primafine (Enza), Serafine (Enza), TH20 (Guatier), TH21 (Gautier), Zidane (Enza).
Krulandijvierassen onderzoek in de voorjaarsteelt met CLX1141 (Clause), Daisy (Clause), Glory (Clause), Korbi RZ = 11-406 RZ (Rijk Zwaan), Magaly = CLX1183 (Clause), Milady (Clause), Ophely = CLX1161 (Clause), Zidane (Enza).
Nu merken we de ziekte echter ook op in bedrijven met 2 tot 3 teelten per jaar. Onderzoek aan de Universiteit Gent (Labo Fytopathologie) toonde aan dat hier in België vooral fysio 4 (Fol 4) aanwezig is. Sinds de zomer van 2018 werd ook voor het eerst fysio 1 vastgesteld op enkele bedrijven (Fol 1). In Vlaanderen zijn beide fysio’s aanwezig, hierbij is fysio 4 (Fol 4) het meest verspreid. In 2021 zijn er een beperkt aantal nieuwe bedrijven met Fusarium aantasting in de serre bijgekomen. Wel is er een duidelijke toename van de aangetaste bedrijven met een zware aantasting op hun bedrijf.
Une enquête réalisée dans le cadre de ce projet a montré que l'un des facteurs qui freinent l'utilisation des produits biologiques de protection des cultures est le manque de connaissance des produits. Afin de répondre à ce besoin, 15 fiches techniques de 15 produits biologiques, principalement à base de micro-organismes, homologués en Belgique et/ou en France, ont été rédigées dans le cadre du projet. Les informations générales sont combinées aux résultats de tests disponibles et aux conseils des fabricants pour un résultat optimal.
Technische Product Fiches: AQ10 WG / Karma / AMYLO-X WG / Contans® WG / ASPERELLO® T34 Biocontrol® / Serenade® ASO / Serenade® MAX / Blossom ProtectTM / LALSTOP K61® (voorheen Mycostop) / TEXIO WP / FytoSave / Prestop® / Trianum-P / NEXY / Proradix WP.
De proef werd aangelegd om een irrigatietool te demonstreren in kropsla op een lichte bodem. De MIRLET-applicatie berekent verdamping door het gewas en door de bodem en gaat uit van een bodem waar voldoende vocht in aanwezig is. Om die reden is het model in principe toepasbaar op alle bodemtypes en is hiervoor geen correctie nodig. Op lichte bodems zal bij grote irrigatiebeurten wel sneller een deel van het water onder de wortelzone terecht komen en zo onbeschikbaar worden voor de plant.
Voor de aanpak van Fusarium moet gezocht worden naar oplossingen door hygiëne, resistente rassen en (groene) gewasbeschermingsmiddelen. Ook door de grond te behandelen, kan je het inoculum terugdringen en zo de symptomen onder controle houden. Om verdere uitbreiding op het bedrijf en tussen bedrijven van de verschillende fysio’s zo veel mogelijk te beperken zijn hygiënemaatregelen noodzakelijk.
DynaGrow houdt tegelijkertijd rekening met een DLI-streefwaarde die je zelf op geeft, het weer op dat moment en de dagen nadien, alsook de verwachte elektriciteitsprijzen zoals de Spot Belpex. DLI of de Dagelijkse Licht Integraal is de dagelijkse hoeveelheid PAR-licht die het gewas ontvangt per vierkante meter. De DLI-streefwaarde komt overeen met een optimale groeicurve en opbrengst van het gewas.
De MGS-serre werd opgedeeld in twee helften, waarvan de assimilatiebelichting van de linkerhelft gestuurd werd via de DynaGrow-tool, en de assimilatiebelichting van de rechterhelft volgens een klassiek schema met een vaste stralingsgrens op 150 W/m².
Er werd een proef aangelegd om de effectiviteit van lagedruk stomen te evalueren voor de bestrijding van Rhizoctonia solani en Fusarium oxysporum. Er werd een stoombreker uitgetest en een stoomfrees. De stoombreker was al eerder uitgetest, maar nu werd er een rasterrol bij gemonteerd om de bodem wat toe te duwen zodat er minder stoom ontsnapt. Het verschil was goed zichtbaar.
Zo hebben we op het proefcentrum een eigen primeur te pakken met de hydroteelt van aubergine, waarbij we de combineerbaarheid van deze teelt nagaan met deze van omegabaars. We testen hierbij verschillende auberginerassen en ook natriumgehaltes in de voedingsoplossing.
Met het felle weer van de afgelopen weken – en hetgeen er waarschijnlijk nog zit aan te komen – moeten we extra aandacht hebben voor het behoud van een zo stabiel en tegelijk actief mogelijk groeiklimaat. Daarnaast vereist deze periode ook meer oplettendheid bij nieuwe plantingen of zaaiingen en het efficiënt gebruik van fytomiddelen
De behandeling waarbij stoombreken werd toegepast resulteerde in een reductie van zowel Rhizoctonia als Sclerotinia ten opzichte van de controlebehandeling waarbij regulier breken en frezen werd toegepast. Stoomfrezen resulteerde in een sterkere reductie van Rhizoctonia en Sclerotinia dan stoombreken. Er was voor Sclerotinia op 15 cm diepte echter geen significant verschil zichtbaar. Bij stoombreken was namelijk 43 procent van de Sclerotinia nog niet afgedood en bij stoombreken 30 procent. Maar in de meeste gevallen was het effect van stoomfrezen vergelijkbaar met de behandeling waar zowel stoombreken als stoomfrezen werd toegepast. Laatstgenoemde behandeling resulteerde in een totale reductie van uitgroei van Rhizoctonia en Sclerotinia.
Het doel van deze proef is onderzoeken hoe telers na een besmetting kunnen verhinderen dat de volgende teelt ook besmet raakt. Aangezien de gramnegatieve bacterie Acidovorax heel gevoelig is voor warmte werd in deze proef de effectiviteit van lagedruk stomen geëvalueerd ter bestrijding van deze bacterie in veldsla. Tien minuten op 50-60 °C volstaat. Bij hogere temperatuur sterft hij sneller af, indien de temperatuur lager is duurt het langer. Bij lagedruk stomen is het belangrijk de bodem goed los te maken tot 30 cm diepte.
In deze proef werden volgende behandelingen onderzocht: Breken + spitfrezen / Stoombreken + spitfrezen / Breken + stoomspitfrezen / Stoombreken + stoomspitfrezen. Dit onderzoek werd uitgevoerd met het ras Audace (Clause).
In deze proef werden volgende behandelingen onderzocht: Breken + spitfrezen / Stoombreken + spitfrezen / Breken + stoomspitfrezen / Stoombreken + stoomspitfrezen. Ook werd nagegaan welk bodemverbeterend middel Acidovorax kan onderdrukken of onder controle houde. Dit onderzoek werd uitgevoerd met het ras Festival (Clause).