Op Zondag 12 oktober 2014 ging de Internationale praktijkdag prei door op het PCG. Tijdens deze vierde editie kon men de hele dag terecht voor demonstraties, rondleidingen langs de proeven of een bezoekje aan de beurs. De voor- en namiddag werden aan elkaar gekoppeld met een seminarie met internationale sprekers.
Tijdens dit seminarie werd de vraag gesteld of Vlaanderen nog de ideale regio is om prei te telen.
Ellen Verhelle van Nunhems gaf een overzicht van de productie en consumptie van prei in verschillende landen van Europa aan de hand van verbruik (per hoofd vermenigvuldigd met aantal inwoners), aantal hectares en een productie van 45 ton/ha.
Hieruit bleek dat wanneer men in gans Europa deze productie kan halen, er teveel prei geproduceerd wordt. Gemiddeld is het areaal aan prei niet toegenomen. Het is de productie per hectare die in de laatste 25 jaar verdubbeld is. Hierdoor is het aanbod te groot en dit zet een grote druk op de prijsvorming. Vooral in België en Nederland wordt veel prei geteeld voor export. In België moet de productie van 2300 hectare geëxporteerd worden, in Nederland van 1300 hectare. Voor alle andere Europese landen is er een klein tekort of een klein overschot. De productieplanning zou in de toekomst beter gebeuren op basis van de opbrengsten en niet op basis van de aangeplante arealen. Een betere coördinatie tussen vraag en aanbod en het aanwakkeren van de consumptie via innovatieve producten zou een uitweg kunnen bieden.
De sprekers gaven een overzicht van het preigebeuren in hun land:
In Duitsland blijft men nog steeds veel prei importeren maar er is een verschuiving in regio’s waar prei geproduceerd wordt en de Duitse consument heeft een uitgesproken voorkeur voor regionale producten. Strenge winters kunnen voor meer problemen zorgen.
Frankrijk is de grootste producent van prei. Er wordt ook in Frankrijk nog steeds veel prei ingevoerd.
In Polen is de productie per hectare heel sterk toegenomen maar het areaal veel verkleind. De helft van de rassen zijn nog steeds zaadvaste. De teelt zal de komende jaren nog verder groeien. Veel telers hebben de voorbije jaren geïnvesteerd en prei in hun programma opgenomen.
Polen kiest duidelijk voor de teelt van herfstprei en weinig voor winterprei. Men is ervan overtuigd dat er in de winter ook in de toekomst nog veel zal ingevoerd moeten worden. Er werd door verschillende sprekers opgemerkt dat prei een oubollig imago heeft en dat daaraan best gewerkt wordt zodat de jongere groep ook aangesproken wordt.
Dominiek Keersebilck van de REO Veiling denkt dat prei wel degelijk een toekomst heeft in Vlaanderen. Flandria is en blijft een sterk merk. Er wordt ook gewerkt aan andere concepten en merken zoals Fine Fleur. Men blijft geloven in de klok als verkoopinstrument, met ruimte voor andere verkoopsystemen op vraag van de markt. Men mag zich niet blind staren op landen die minder prei importeren aangezien er ook regio’s zijn waar de import stijgt.
Na de presentaties was er een geanimeerd debat die de pijnpunten nog eens benadrukte. Wij zijn ervan overtuigd dat dit seminarie in de sector nog wat zal nazinderen. In veel presentaties kwam aan bod dat het aanbod sterk toegenomen is door de hogere productie per hectare. Hierdoor is er in groeizame perioden een teveel aan prei.
Zeker Vlaamse telers die vooral voor de export telen hebben hier onder te leiden. Marketing, innovatie, inspelen op alle mogelijke afzetmogelijkheden, … kan hopelijk bijdragen tot het verder welslagen van deze teelt.
Organisatie

Deze praktijkdag werd georganiseerd in het kader van het Interreg IV-project 'Echanges transfrontaliers pour le Maraîchage et la culture de fraise favorisant les Méthodes Alternatives' (EMMA). Dit project wordt uitgevoerd in het kader van het Interreg IV-programma Frankijk/Wallonië/Vlaanderen, met de steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, de Conseil Régional Nord Pas-de-Calais en de provincies Oost- en West-Vlaanderen.
Partenariat de | In samenwerking met


Financeurs | Financiering
