Projectpartners
- ILVO (Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek)
- PCG (Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt)
- PSKW (Proefstation voor de Groenteteelt)
- Inagro (Innovatief en duurzaam Agrarisch Ondernemen)

Projectinhoud:
Een beperking van de N-bemesting wordt beschouwd als één van de beste N-beheersmaatregelen om N03·-verliezen naar grond- en oppervlaktewater te beperken. Stikstofbemestingsnormen zijn dan ook een belangrijke pijler van het mestbeleid.
Bij stijgende N-bemestingshoeveelheden van suboptimaal naar optimaal laten de meeste teelten een vrij constante hoeveelheid minerale N (Nmin) achter bij de oogst. Die constante Nmin-hoeveelheid, gedefinieerd als het latente Nmin-residu, wordt beschouwd als de minimale Nmin-hoeveelheid die nodig is om een optimale groei te garanderen. Dit noodzakelijke latente Nmin-residu is gewasafhankelijk en blijft meestal vrij constant bij toenemende bemestingsdosissen tot een bepaald breekpunt waarna het Nmin--residu stijgt en hiermee gepaard gaand ook het risico van NO3-uitspoeling tijdens de winter. Stikstoftrappenproeven zijn noodzakelijk om dit breekpunt vast te stellen en de normen wetenschappelijk te onderbouwen. Wetenschappelijk onderbouwde bemestingsadviezen houden zowel rekening met een optimale opbrengst en productkwaliteit als met de waterkwaliteitsdoelstellingen.
Voor de akkerbouwteelten gemaaid grasland, wintertarwe, maïs, suikerbieten en aardappelen werden reeds dosis-responscurven in functie van werkzame N en latente Nmin-residuen opgesteld op basis van beschikbare proefvelddata. Het bundelen van data van verschillende proeven bood de mogelijkheid om het effect van werkzame en teelt beschikbare N op de gewasopbrengst, N-opname en latent Nmin te begroten.
Doel:
Het doel van dit project is via N trappenproeven de opbrengst, de kwaliteit van de geoogste groenten, de stikstofopname en het latente en toelaatbare stikstofresidu af te leiden waarmede de maximaal toelaatbare N-bemestingsnormen voor groenten in Vlaanderen milieukundig en economisch kunnen onderbouwd worden.
Meer info?
Lore Lauwers
Met de steun van
