GO

Nieuws

Zéro-fyto bladluisbeheersing in paprika: nuttigen effectiever dan intercropping met prei

Zéro-fyto bladluisbeheersing in paprika: nuttigen effectiever dan intercropping met prei

In het kader van het Interreg V-project France-Wallonie-Vlaanderen 'Zero Phyto: synthese en validatie van de grensoverschrijdende kennis en praktijken in de groente- en fruitproductie'

Auteur: PCG glasteam/vrijdag 23 oktober 2020/Categorieën: Bio_beschutte_teelt, Vruchtgroenten_BIO, paprika_BIO, Projecten, Europa, Interreg V, France-Wallonie-Vlaanderen, ZEPHY, Actueel, Niet-leden

Eén van de geselecteerde plaagorganismen waarvoor we binnen het Interreg Frankrijk-Wallonië-Vlaanderen project ‘Zéro-Ph(f)yto F&L(G)’ verschillende zéro-fyto-strategieën gaan valideren is bladluis. Specifiek in de beschutte paprikateelt kan een bladluisprobleem al vroeg in de teelt opduiken en vaak moeilijk onder controle worden gehouden. De keuze aan effectieve middelen, die idealiter de nuttigen sparen, is zeer beperkt.

 

Biologische tunnelteelt van paprika vs. paprika & prei

Meerdere studies hebben aangetoond dat in het algemeen de vluchtige organische stoffen (‘VOS’) van Allium spp. een afstotend effect hebben op insecten, waaronder de groene perzikluis (Myzus persicae). Daarom hebben we, gelijktijdig met Université Picardie die een proef op laboschaal uitvoerde, een veldproef opgezet waarbij we beiden kozen voor prei als aanverwante plant met paprika. De proef op het PCG was een biologische tunnelteelt, waarbij we voor paprika het ras Sprinter (Vitalis) geënt op Scarface (Vitalis) kozen, en voor prei het ras Oslo (Vitalis). De paprika werd geplant op 12 mei 2020, aan een plantafstand van 50 cm op dubbele-rij-folieruggen. In de rij werd om de vier paprikaplanten plaats voorzien voor vier stuks prei op een onderlinge afstand van 15 cm, die er op 12 juni werd tussengeplant. Dit intercropping-teeltsysteem (‘IC’) vergeleken we met een monocultuur paprika (‘Controle’).

Zodra de paprika was aangeplant werden wekelijks bladluistellingen uitgevoerd, met uitzondering van de laatste telling die een maand na de voorlaatste plaatsvond. Per plot telden we voor 6 planten en 3 bladeren per plant telkens het aantal vleugelloze Myzus persicae, geparasiteerde bladluizen en nuttigen. Ook de oogstgegevens hielden we bij waarbij we groen of rood oogstten in functie van de ruimte voor afzet op de respectievelijke momenten.
Om specifiek het effect van VOS van de prei op de bladluizen na te gaan, werd de prei tijdens de proef tweemaal getopt (bladinkorting van 5 cm). De eerste maal toppen gebeurde op 9 juli, de tweede keer op 30 juli.

 

Mix van nuttigen blijkt doorslaggevender dan VOS van prei ter beheersing van bladluis

Een maand na planten stelden we bij de tellingen al een natuurlijke aantasting door Myzus persicae vast (Figuur 1).

 

Image

Figuur 1

 

Eind juli zagen we een absolute piek van 500 bladluizen per plant in plot 3 van het intercropping-teeltsysteem, terwijl plot 3 van de controle duidelijk een lagere piek aftekende. Een mogelijke verklaring hiervoor viel te vinden bij de Franse laboproeven waar opgemerkt werd dat de voortplantingscapaciteit van Myzus persicae – tegen de verwachtingen in – groter was wanneer de bladluizen werden blootgesteld aan de VOS van prei.
Maar, we konden ook stabilisaties en zelfs dalen waarnemen in de tellingen. Deze konden we toewijzen aan de aanwezigheid van en onderlinge afwisseling tussen sluipwespen en andere nuttigen die van nature in de tunnels konden komen. Inderdaad, de momenten waarop we een beheersing van Myzus persicae konden waarnemen, zagen we tegelijkertijd de aanwezigheid van één of meerdere predatoren. In chronologische volgorde konden we pijlen 1, 3, 4 en 5 in Figuur 1 koppelen aan de telling van geparasiteerde bladluizen en dus de aanwezigheid van sluipwespen.


Pijl 2 op Figuur 1 konden we toeschrijven aan een eerste en uiteindelijk enige aanwezigheid van galmug (Aphidoletes aphidimyza) in het gewas. Tot slot vonden we op momenten 3, 4, 5 en 6 ook afwisselend gaasvliegen (Chrysoperla carnea) en lieveheersbeestjes terug.


Analyse van de bladluistellingen die kort na het toppen van de prei gebeurden, konden geen duidelijke remming van de bladluispopulatie aantonen. De tijdige en voldoende beheersing van bladluis gebeurde in deze proef dankzij de samenwerking van en afwisseling tussen de verschillende bladluispredatoren.

 

Lager aandeel marktbare opbrengst bij intercropping met prei

Aangezien in het IC-object een vijfde van de paprikaplanten vervangen werd door prei, valt een lagere marktbare opbrengst te verwachten per m² ten opzichte van de controle (Figuur 2 blauwe en grijze lijn).

 

Image

Figuur 2

 

Corrigeren we hiervoor bij de intercropping, dan zien we een gelijkaardige marktbare opbrengst (blauwe stippellijn). Dit betekent dat we noch een positief synergetisch, noch een negatief effect kunnen zien wanneer prei als aanverwant wordt geteeld met paprika. Nochtans zagen we bij de intercropping in bijna alle gevallen een hoger aandeel niet marktbare opbrengst (groene bolletjes versus gele), wat zich voornamelijk uitte onder de vorm van neusrot. Een mogelijke verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat de intercropping breuken maakte in de opbouw van een gunstig, vochtig microklimaat in het gewas. Bijgevolg zou het gebladerte van de paprika’s naast de prei harder hebben verdampt dan in de monocultuur waardoor minder Ca via de sapstroom tot bij de vruchten geraakte. De G en R boven de bolletjes geven aan of er op die dag groen of rood of beide kleuren werden geoogst.

 

Intercropping van paprika met prei geen aanrader

Uit deze veldproef kunnen we dus concluderen dat intercropping van prei ter beheersing van bladluis in paprika geen interessante gewasbeschermingsstrategie is, noch opbrengstgewijs. Daarentegen toonde de proef wel duidelijk de dynamiek aan van het biologisch evenwicht tussen plaag en nuttige. Het goed inschatten van de onderlinge verhouding is hierin de sleutel om de goeie biologie alle kansen te geven om het tij te doen keren in de goede richting, ook op kritische momenten.

 

Meer info?

Ellen Dendauw

 

In samenwerking met

             

 

Met de steun van

 Met steun van het Europees fonds voor regionale ontwikkeling
         

Print

Aantal keer bekeken (9082)/Commentaren (0)

Links