De kwaliteit van industriebloemkool vormde eind september de rode draad op het demoplatform in Ardooie. Teelttechniek, een doordachte rassenkeuze en het oogstproces vormen belangrijke schakels om tot kwaliteitsvolle bloemkolen te komen.
Op zaterdag 24 september was er in Ardooie veel activiteit op de bloemkoolpercelen van Nico en Sigrid Vandewaetere. Het Departement Landbouw en Visserij organiseerde een oogstdemonstratie industriebloemkool in samenwerking met Ingro, Vegebe, Boerenbond, TACO en de praktijkcentra Inagro en het PCG. Onder een stralende zon konden de zes verschillende oogstmachines van de Vlaamse constructeurs Baekelandt, Desmedt, Verstraete en Verhoest rekenen op een ruime belangstelling.
Kwaliteit kan beter
Bloemkool blijft in Vlaanderen een grote teelt. Met zo’n 4.500 ha aan industriebloemkool wordt 90% van het totale areaal bloemkool ingevuld. Bij producentenorganisatie Ingro is bloemkool de grootste teelt. In 2015 teelden de Ingro-telers samen ruim 91.000 ton bloemkool. Kwaliteit blijft een belangrijk thema.
De grote variatie in percentage grote rozen (> 60 mm) tussen telers onderling is opvallend. Vanuit Vegebe wil men de aandacht vestigen op de aanvoercondities. Soms worden overvolle bakken of bakken waaraan langs de onderkant aarde en steentjes kleven op elkaar gestapeld. Ook kleurvariaties of plekjes op de bloemkolen vormen een probleem.
Demoplatform
Vooraleer de demonstratie met de oogstmachines begon, kregen de bezoekers een rondleiding langs de aangelegde proeven.
Stikstofbemesting
Bij de stikstofbemestingsproef werden verschillende bemestingsobjecten met elkaar vergeleken. Zo werd de totale gift (220 EN) toedienen bij de start vergeleken met fractioneren waarbij onderscheid werd gemaakt tussen breedwerpig toedienen of bandbemesting.
Door de droge omstandigheden vanaf half augustus gaf het object waarbij alle stikstof bij de start werd gegeven de beste resultaten, zowel voor de bloemkoolopbrengst als voor het nitraatresidu.
Daarnaast gaf een onbeteeld en onbemest object inzicht over de mineralisatiecapaciteit van de bodem. Lore Lauwers van het PCG vertelde dat er gedurende de teeltperiode zo’n 100 eenheden stikstof vrij kwamen via mineralisatie.
Ureum en Azofol werden als bladvoeding uitgetest. In de droge omstandigheden van deze zomer bleek dat bladvoeding zijn effect had. In de objecten waarbij 50% van de N-bijbemestingdosis als bladvoeding werd gegeven, was het resultaat gelijkaardig aan het beste object waar alle stikstof in één keer bij de start werd toegediend. De resultaten met ureum waren beter dan die met Azofol.
Startfosfaten
In de proef met startfosfaten werd de inzet van ammoniumpolyfosfaat APP (10-34-0) enerzijds aan de plantvoet (2 ml/plant in 100 ml water) en anderzijds op de plantbak (2 l/are) vergeleken met een plantvoetbehandeling met Novatec Solub (21-0-0) (2 g/plant in 100 ml water) en met een object tripelsuperfosfaat (45 E P2O5). De resultaten waren duidelijk: een puntbehandeling aan de plantvoet met APP gaf volgens Luc De Reycke (PCG) het beste resultaat. Opvallend was ook dat het object zonder startfosfor een beduidend hoger nitraatresidu in de bodem naliet.
Foto: Geparasiteerde bladluis op een koolblad
Bladluizen bloemkool
Plantbakbehandelingen worden in het kader van IPM aangemoedigd omdat deze minder belastend zijn voor het milieu. In deze proef werd imidacloprid (Cruiser) vergeleken met een niet behandelde controle. Cruiser werd toegepast als Phyto-Drip waarbij een kleine hoeveelheid spuitmiddel bij het zaadje wordt gespoten en als dummy-pil waarbij een dood zaadje omhuld met het spuitmiddel naast een levend zaadje wordt gelegd.
Uit de resultaten blijkt duidelijk dat Cruiser de bloemkoolplanten gedurende zeer lange tijd kan beschermen tegen zowel groene perzikbladluis als melige koolluis. Er waren geen volleveldsbehandelingen meer nodig om de bladluizen onder controle te houden. Op de controleplanten waren er wel veel groene perzikbladluizen en ook melige koolluizen aanwezig.
Koolvlieg bloemkool
Verschillende behandelingen tegen koolvlieg (fipronil zaadcoating, Tracer plantbakbehandeling, Dursban granulaten, Dursban vloeibaar) werden met elkaar vergeleken. De beste bestrijding van koolvlieg werd volgens Bart Declercq van Inagro bekomen met een combinatie van een fipronil zaadcoating + Tracer plantbakbehandeling + aanstrooien met Dursban granulaten bij het planten.
Nuttigen herkennen
Tijdens de rondgang bleek dat veel telers nog niet zo goed vertrouwd zijn met het herkennen van nuttige organismen. Handige hulpmiddelen voor het leren herkennen van natuurlijke vijanden zijn de ‘Veldgids: nuttige insecten & roofmijten - ontwikkeling & kenmerken’ en ‘Ziekten en plagen en nuttige insecten in tarwe en gerst’.
In beide gidsen worden aan de hand van duidelijke foto’s de verschillende ontwikkelingsstadia getoond van de meest courante natuurlijke vijanden die een hulp kunnen zijn in de bestrijding van plagen.
De veldgids werd opgesteld door HoGent en PCS en kan je gratis aanvragen via de website van de provincie Oost-Vlaanderen. De gids voor nuttigen in tarwe en gerst werd opgesteld door LCG en Inagro en kan je online raadplegen via de website van Inagro. Sabien Pollet van Inagro legde ten slotte uit dat je niet alleen aandacht moet schenken aan het gebruik van selectievere middelen, je kan ook meer natuurlijke& vijanden lokken door de agrobiodiversiteit te verhogen rondom het perceel.
Oogstmachines aan het werk
De demonstrerende oogstmachines trokken zoals steeds alle aandacht naar zich toe. Vooraf gaf Bart Debussche (Departement Landbouw en Visserij) nog mee dat alle machines in de voormiddag uitgebreid werden getest. De oogstresultaten van de verschillende machines zullen in een volgend artikel worden besproken.
Baekelandt Machinebouw
Jan Baekelandt mocht beginnen met zijn oogstmachine uitgerust met een driedubbele snijkop. Boren met een verschillende diameter zijn beschikbaar en kunnen snel worden vervangen. De afstelling van de boordiepte gebeurt volgens de grootte van de kool. De machine heeft een capaciteit tot 170 kolen per minuut. De machine heeft een rustige loop en is geluidsarm.
|
|
|
|
|
|
Bloemkooloogstmachine van Baekelandt in actie © PTN |
|
Bloemkoolroosmachine Bakelandt met driedubbele snijkop © Jan Van Bavel |
|
Thomas Desmedt Metaalconstructie
Thomas Desmedt, een nieuwe constructeur uit Kachtem (Izegem), toonde zijn machine met vier snijkoppen. De inox boren zijn hydraulisch aangedreven en bewegen rechtlijnig omhoog en omlaag. De capaciteit bedraagt zo’n 200 kolen per minuut. De breker staat centraal in de machine om zo de oogstband laag te houden.
De hoogte-instelling van de oogstband gebeurt via de hydraulisch verstelbare dissel. De machine is uitgerust met een stuurbare as. Drie kisten staan naast elkaar op een plateau dat links en rechts verschuift.
|
|
|
|
|
|
Zicht op centrale deel van de oogstmachine van Thomas Desmedt © PTN |
|
De breker aan het werk bij de machine van Thomas Desmedt © Jan Van Bavel |
|
Verstraete Construct
Verstraete Construct demonstreerde zijn MRK162XP met dubbele snijkop. Elke snijkop is individueel mechanisch afstelbaar. De bloemkolen worden rechtop (met het hart naar onder) op de oogstband gelegd en langs onder uitgesneden, dat in tegenstelling tot de oogstmachines van andere constructeurs waarbij de kolen omgekeerd op de oogstband worden afgelegd en langs boven worden uitgesneden. De machine kan tot 110 kolen per minuut uitboren. De oogstband meet 10,20 m buiten de machine. Afvoerbanden zijn vervaardigd uit platte inox staven en voorzien van meenemers uit pvc. Verstraete Construct demonstreerde ook zijn MRK162RXC met een gelijkaardige technische uitvoering maar waarbij de kolen worden opgevangen in een grote container.
|
|
|
|
> |
|
De oogstband bij de MRK162XP van Verstraete Construct © Jan Van Bavel |
|
MRK162XP van Verstraete Construct met overkapping © PTN |
|
Verhoest Marc
Constructeur Verhoest demonstreerde met twee machines. De eerste machine was uitgerust met twee keer twee snijkoppen en een oogstband van 10 m buiten de machine. De diepteregeling van de snijkoppen gebeurt manueel via een zwengel. De grote, stuurbare wielen in combinatie met een stuurbare dissel zorgen voor een wendbare machine, ook in natte omstandigheden. De maximale capaciteit bedraagt 6.000 kg per uur.
De tweede machine van Verhoest was het BLK-containersysteem waarbij de kolen meteen in een grote container terechtkomen. De machine is uitgerust met dubbele snijkoppen en twee koppen die uitgeboorde kolen opensnijden. Een volle container bevat 12.000 kg kolen die op drie uur kan worden gevuld. Het onderstel van de machine is een drie-asser.
|
|
|
|
|
|
Marc Verhoest showde zijn bloemkoolcontainersysteem © Jan Van Bavel |
|
Drie-asser BLK-containersysteem van Verhoest © PTN |
|
Meer info?
B. Debussche, Departement Landbouw en Visserij
L. De Reycke & L. Lauwers, PCG, Kruishoutem
B. Declercq, S. Pollet & D. Callens, Inagro, Rumbeke-Beitem
In samenwerking met