GO

Nieuws

Vocht en CO2 controleren in bladgewassen

Vocht en CO2 controleren in bladgewassen

Klimaatsturing met de stookinstallatie voor een stevigere, compactere krop

Auteur: PCG glasteam/maandag 25 januari 2016/Categorieën: Gangbare_glasteelt, Bladgewassen_GG, alternatieve_sla_GG, andijvie_GG, kropsla_GG, spinazie_GG, veldsla_GG, Energie_GG, Actueel, Niet-leden

De afgelopen dagen zakte de buitentemperatuur voor het eerst deze winter voor lange tijd onder nul (Figuur 1). De recente ontwikkelingen op de olie- en gasmarkt maken de keuze om te stoken iets gemakkelijker.

 

 

Figuur 1: Recente evolutie kas-, buiten-, en grondtemperatuur op het PCG Kruishoutem

Figuur 1: Recente evolutie kas-, buiten-, en grondtemperatuur op het PCG Kruishoutem

Naast bescherming tegen vorstschade of het aanhouden van een constante groeisnelheid in het gewas, zijn er aan het gebruik van de stookinstallatie bij bladgroenten neveneffecten verbonden. Hieronder sommen we er een aantal op, zodat je er op kan anticiperen of er zelfs voordeel uit kan halen.

 

Vochtafvoer door condensatie

Warme lucht kan meer vocht bevatten dan koude lucht. Door te verwarmen vergroot het vochtdeficit, wat in de plant de verdamping stimuleert.

Koude buitentemperaturen vergroten dat effect spectaculair. Het temperatuurverschil tussen de kas- en buitenlucht zorgt immers voor vochtafvoer door condensatie tegen het glas. Via de condensgoten verliest een kas op die manier veel vocht. Hou de vochttoestand van de bodem dus goed in de gaten, want de verdamping op koude dagen is niet te onderschatten. Als de plant in deze periode te veel moet zoeken naar water, zal die een groter wortelgestel ontwikkelen.

Door de algemeen zachte winter schommelen de bodemtemperaturen op 15 cm diepte nog rond de 10°C. Na de vorst van de voorbije dagen is het daarom nu belangrijk om na een watergift glazigheid in de gaten te houden op bodems met een lage EC. Preventief kan je dat probleem ondervangen door de EC van de beregening te verhogen door meststoffen mee te doseren.

Als er 's morgens toch glazigheid zou optreden, dan kan je die er nog uitstoken. Dat kan het efficiëntst met het buizennet, omdat dat ook stralingswarmte afgeeft. Het gewas warmt dan rechtstreeks op, wat de verdamping stimuleert. Telers die niet over een buizennet beschikken, kunnen de verdamping op gang brengen door de luchtvochtigheid in de kas te verlagen met behulp van de CO2-branders, eventueel in combinatie met een kier in de luchtramen.

 

CO2 en opstoken in de ochtend

De CO2-branders zijn er uiteraard niet alleen om de temperatuur te verhogen. Het doseren van CO2 geeft een dikker, steviger blad, wat vooral in deze periode voordelen biedt. De lange teeltduur in de winter door het beperkte licht geeft gemakkelijker smet, en planten met een steviger blad zijn daar minder gevoelig voor. C02 wordt dikwijls gedoseerd door 's morgens de serre op temperatuur te stoken. Het is belangrijk om te weten wat er dan gebeurt in de plant. Het openen en sluiten van de huidmondjes in het blad wordt onder andere geregeld door de C02-concentratie in het blad.

Bij voldoende licht verbruikt het fotosyntheseproces de CO2 in het blad, zodat de concentratie laag blijft. De huidmondjes blijven dan open. Is er te weinig licht, dan zal de CO2-concentratie in het blad oplopen. De huidmondjes gaan dan toe. Zeer hoge CO2-concentraties in de kas kunnen een gelijkaardig effect geven, doordat de concentratie in het blad hoog blijft. Boven ongeveer 1.500 ppm C02 in de kas wordt bij de lichtintensiteit van een winterse dag de opening van de huidmondjes geknepen. Dat beïnvloedt de verdampingsstroom en dus de opname van water en nutriënten uit de bodem. Ga dus niet te ver met het doseren van CO2.

Ook het tijdstip van C02-dosering is van belang. Onder meer dankzij het onderzoek van de praktijkcentra rond LED's krijgen we meer inzicht in het effect van verschillende delen van het lichtspectrum op bladgewassen.

Verrood licht zorgt voor meer celstrekking, terwijl blauw licht een meer gedrongen groei geeft. De mate waarin het gewas op die golflengten reageert is afhankelijk van de temperatuur. Hoe warmer de plant, hoe meer die zal reageren op het licht. Doorheen de dag verandert de samenstelling van het zonlicht dat de planten bereikt. Dat is het gevolg van de stand van de zon ten opzichte van de horizon. Bij een lage zonnestand moet het licht een langere weg afleggen door de atmosfeer. Daardoor wordt het blauwe deel van het zonlicht meer verstrooid, en vergroot het aandeel rood en verrood dat de aarde bereikt. Het gevolg is de rode kleur van de lucht bij zonsopgang en zonsondergang, en een toegenomen celstrekking in die uren.

Tijdens de winter staat de zon langer laag dan in de zomer. Het effect van het verrood licht is nu dan ook meer uitgesproken. Simpel gesteld is celstrekking het volpompen van de cellen met water. Zo win je snel oogstgewicht. Overdreven celstrekking gaat echter ten koste van de kwaliteit. Het is daarom af te raden om een hoge kastemperatuur aan te houden tijdens de schemerperiodes. Begin pas te stoken met de C02-branders nadat de zon op is, en durf lichtjes te luchten vóór zonsondergang om dan de nachttemperatuur al te bereiken. Dat helpt om een stevigere, compactere krop te krijgen.

Print

Aantal keer bekeken (27484)/Commentaren (0)

Documenten

Links