GO

Nieuws

Spruitkool rasgevoeligheid bladluizen en ziekten 2014

Spruitkool rasgevoeligheid bladluizen en ziekten 2014

Rasgevoeligheid voor bladluizen en ziektes in spruitkool 2014

Auteur: Tack Annelien/maandag 15 december 2014/Categorieën: Openluchtteelt, Koolgewassen_OL, spruitkool_OL, Projecten, Europa, Interreg IV, EMMA, Publicaties, Proefverslag, Niet-leden

Deze proef werd aangelegd om de rasgevoeligheid voor luizen en ziektes in spruitkool (Brassica Oleracea var. Gemmifera / BRSOF) na te gaan. Deze gevoeligheid kan sterk variëren van ras tot ras. Kiezen voor een minder gevoelig ras kan er voor zorgen dat er beduidend minder behandelingen moeten uitgevoerd worden tegen bladluizen of ziektes.

 

 

Objecten

Albarus (Syngenta), AS 340 (Sanac), AS 345 (Sanac), Aurelius (Syngenta), Bowintus (Syngenta), Brenden (Nickerson Zwaan), Clodius (Syngenta), Cobelius (Syngenta), Cobus (Syngenta), Crispus CRR (Syngenta), Cryptus (Syngenta), Dagan (Bejo), Divino (Bejo), Faunus (Bejo), Gladius (Syngenta), Lewitus (Syngenta), Marte (Bejo), NiZ 16-565 (Nickerson Zwaan), NiZ 16-628 (Nickerson Zwaan), Octia (Sanac), Profitus (Syngenta), Sofia (Sanac), Steadia (Sanac).

 

Beoordelingsmethode

  • Bladluizen:
    Op 17/10/2014 werd op 20 halve planten (bladeren + spruitjes) per plot het aantal bladluizen geteld. Melige koolluizen en groene perzikluizen werden samengeteld.
     
  • Ziektes:
    Op 17/10/2014 en 11/12/2014 werden op 20 halve planten (bladeren + spruitjes) per plot ziektes beoordeeld. De beoordeelde ziektes waren Alternaria, Mycosphaerella en Erysiphe. Per plot werd aan elke ziekte een score gegeven:
    • 0=geen aantasting
    • 1=zeer lichte aantasting
    • 2=licht tot matige aantasting
    • 3=matig tot zware aantasting
    • 4=zware aantasting

 

Bespreking

Er werd een hoge bladluizendruk waargenomen in het veld. Hoewel er geen statistische verschillen werden gevonden gaven de gemiddelden toch een indicatie van de rasgevoeligheid voor aantasting door bladluizen. AS 340 en Albarus kwamen het minst gevoelig uit de proef. Deze twee rassen vertoonden duidelijk minder aangetaste planten. Aurelius, Bowintus en Cobus bleken erg gevoelig te zijn voor bladluizen. Er werd een heel hoge hoeveelheid luizen teruggevonden op deze planten. Ook Sofia en Steadia behoorden tot de meest gevoelige rassen. Daar tussenin lag een grote groep van rassen die gemiddeld scoorden.

Gemiddeld kwam in het proefveld een lichte tot matige aantasting van Alternaria voor. De verschillen tussen de rassen waren over het algemeen klein. AS 345 en Cryptus staken er bovenuit als minder gevoelige rassen terwijl Octia duidelijk gevoeliger bleek.

Bij de eerste beoordeling van aantasting door Erysiphe op 17 oktober was het verschil tussen de rassen nog maar beperkt waarneembaar. Bij de tweede beoordeling op 11 december was het verschil in aantasting tussen de rassen duidelijker waarneembaar. Brenden, Octia en Steadia vertoonden geen enkele aantasting door Erysiphe. Albarus was zeer gevoelig voor Erysiphe, gevolgd door Aurelius. De rassen Cryptus, Dagan, Divino, Faunus en Sofia scoorden gevoeliger dan gemiddeld.

Voor aantasting door Mycosphaerella werden geen statistische verschillen gevonden. Bowintus, NiZ 16-628, AS 345, Aurelius en Brenden vertoonden het minste aantasting door Mycospaerella. Marte, Gladius en Sofie vertoonden het meeste aantasting.

 

Besluit

AS 340 en Albarus komen als minst gevoelig voor bladluizen uit de proef. Deze twee rassen vertonen duidelijk minder aangetaste planten.

Aurelius, Bowintus en Cobus blijken erg gevoelig te zijn voor bladluizen. Er wordt een heel hoge hoeveelheid luizen teruggevonden op deze planten. Ook Sofia en Steadia behoren tot de meest gevoelige rassen. Daar tussenin ligt een grote groep van rassen die gemiddeld scoren.

De verschillen tussen de rassen voor Alternaria zijn over het algemeen klein. AS 345 en Cryptus steken er bovenuit als minder gevoelige rassen terwijl Octia duidelijk gevoeliger blijkt.

Brenden, Octia en Steadia vertonen geen enkele aantasting door Erysiphe. Albarus is zeer gevoelig voor Erysiphe, gevolgd door Aurelius. De rassen Cryptus, Dagan, Divino, Faunus en Sofia scoren gevoeliger dan gemiddeld.

Voor aantasting door Mycosphaerella werden geen statistische verschillen gevonden. Bowintus, NiZ 16-628, AS 345, Aurelius en Brenden vertonen het minste aantasting door Mycospaerella. Marte, Gladius en Sofie vertonen het meeste aantasting.

 

Lees het volledig verslag Rasgevoeligheid voor bladluizen en ziektes in spruitkool 2014

 

De proef kwam tot stand in het kader van het Interreg IV-project EMMA (Echanges transfrontaliers pour le Maraîchage et la culture de fraise, favorisant les Méthodes Alternatives - Grensoverschrijdende samenwerking rond alternatieve teeltmethodes in de groente- en aardbeienteelt). Dit project wordt uitgevoerd met de steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, de Conseil Régional Nord Pas-de-Calais en de provincie Oost-Vlaanderen.

 

Partenariat de | In samenwerking met

       

 

Financeurs | Financiering

     

publicatiejaar2014
afdelingOpen lucht
Teelt of thema
  • Spruitkool
Print

Aantal keer bekeken (19654)/Commentaren (0)

Documenten

Links

123movies