Hieronder vindt u een overzicht van het onderzoek andere gewassen zoals bataat, groenbemester, hennep, ... Via de tags kan u verder zoeken binnen een bepaald thema zoals bemesting, rassen, gewasbescherming, teelttechniek, ...
De voorbije weken hebben we warme en groeizame weersomstandigheden gehad, die duidelijk effect gehad hebben op de opbrengst van de bataat.
Op donderdag 31 augustus werd op PCG het proefveldbezoek bataat georganiseerd. De interesse in het onderzoek blijft duidelijk groot en het jaarlijkse proefveldbezoek bataat staat ondertussen op heel wat bedrijven met stip in de agenda genoteerd. We mochten dit jaar een 60-tal deelnemers verwelkomen uit de volledige agro-voedingsketen.
Op donderdag 31 augustus 2023 werd het lopende bataat onderzoek in het kader van het Maxbat VLAIO LA-traject voorgesteld aan de sector. We bekeken het resultaat van de tussentijdse oogstbeurten over de rassen heen. Plantomstandigheden en eventuele bewaring van het plantmateriaal blijken een zekere invloed te spelen op de ontwikkeling van het gewas en de knollen. De Verfijning van de druppelirrigatiestrategie bij bataat kwam eveneens aanbod. Dit lopende onderzoek staat in het kader van het VLAIO LA-traject 'Datagedreven Regeling van druppelirrigatie voor een duurzame Productie in de tuinbouw'.
Op donderdag 31 augustus wordt het lopende bataat onderzoek in het kader van het Maxbat VLAIO LA project voorgesteld aan de sector. De proeven focussen dit jaar op de rassen Bellevue, Orleans en Beauregard. We bekijken het resultaat van de tussentijdse oogstbeurten over de rassen heen. Plantomstandigheden en eventuele bewaring van het plantmateriaal blijken een zekere invloed te spelen op de ontwikkeling van het gewas en de knollen. Het plantmateriaal zo optimaal mogelijk behandelen bij aankomst op het bedrijf is dus zeker een belangrijk aandachtspunt.
Het bataat gewas heeft de voorbije weken heel wat volume bijgemaakt. Op PCG zien we algemeen een volumineus, gezond gewas.
Om meer gegevens te verzamelen over het ideale plant- en oogsttijdstip van de voornaamste rassen bataat en de belangrijkste parameters voor een geslaagde teelt, werd voor 2023 voorzien om de rassen Orleans, Bellevue en Beauregard op PCG aan te planten op 3 verschillende planttijdstippen in week 20, 21 en 22.
De windepijlstaart is een trekvlinder uit Zuid-Europa die in jaarlijks wisselende aantallen richting België en Nederland komt. Over het algemeen kunnen de eitjes die deze vlinder legt in ons land niet zo goed overleven, maar door de minder strenge winters worden er al een aantal jaar meer rupsen waargenomen, zo is te zien op de website ‘waarnemingen.be’.
Bij de meeste bedrijven zit het bataat planten er ondertussen op. Vroeg planten hield dit seizoen een groot risico in. De bodem was in de eerste helft van mei nog erg koud en door het natte voorjaar konden veel telers later dan voorzien op de percelen.
Een weekje later dan voorzien, op 23 mei, zijn we bij PCG gestart met de aanleg van de proeven. De ruggen werden getrokken op 22 mei. De slips konden geplant worden in mooie, vochtige ruggen. Het nadeel van het natte voorjaar is wel dat de bodem lang koud is gebleven en de net getrokken ruggen nog niet de kans hebben gehad om op te warmen. Door de koude nachten zien we dat de temperatuur 's nachts tot ongeveer 10 graden zakt op 15 cm diepte in de rug. Overdag loopt de bodemtemperatuur wel gemakkelijk op tot tegen de 20 graden.
Deze proef werd aangelegd om de invloed van watergift en startfosfor na te gaan voor verschillende rassen bataat (Ipomoea batatas). De proef werd aangelegd op een proefveld te Kruishoutem, België, als demonstratieve proef. We teelden bataat op ruggen met biodegradeerbare mulchfolie met een tussenafstand van 75 cm en 30 cm in de rij. In het kader van het Vlaamse relanceplan werd de klimaatrobuustheid van de verschillende rassen nagegaan. Er werd onderzocht of bepaalde rassen beter bestand zijn tegen droogte dan andere en of ze ook met beperkte irrigatie een goede opbrengst kunnen behalen. De weersomstandigheden om dit uit te testen waren in 2022 ideaal: een vrij warme zomer met een tekort aan neerslag. Ook werd de invloed van toediening van startfosfor net na planten nagegaan op de ontwikkeling van (opslag)wortels bij bataat.
In het kader van het Europees Horizon 2020 project Fertinnowa werd op 9 april 2018 een studiemoment ‘Fertigatie in courgette’ georganiseerd door het PCG. Voor- en nadelen van verschillende irrigatietechnieken werden onder de loep genomen. Er was ook aandacht voor kostprijs en benodigde arbeid voor de verschillende systemen. Ervaringen van telers werden uitgewisseld en ook toeleverancier Saelens lichtte een aantal technische aspecten toe.
Momenteel is het wachten tot het droog genoeg is om plastiek te trekken voor de zomerteelt van courgettes. Bij het trekken van de plastiek wordt vaak de vraag gesteld of het leggen van een T tape of andere soort druppeldarm interessant kan zijn.
Zowel prei als courgettes voor de verse markt zijn heel arbeidsintensieve teelten. De totale kostprijs voor arbeid loopt voor prei op tot 40% en voor courgette zelfs tot 50% van de totale kostprijs. Arbeidsefficiënt te werk gaan, is dan ook noodzakelijk om een goede rendabiliteit van de teelt te bekomen.
In maart werden enkele studie-avonden georganiseerd rond het thema rendabiliteit in de openlucht groenteteelt. Dit kadert in het Dept L&V demonstratieproject ‘Openluchtgroenteteelt: verhogen van de rendabiliteit door inzicht in kostenstructuur’. Gedurende twee jaar werden samen met een groep telers heel wat data verzameld rond rendabiliteit per teelt. Andere aspecten zoals arbeid, investeringen en energiekost komen er eveneens aan bod.
Binnen het ADLO-demoproject 'Openluchtgroenteteelt: verhogen van de rendabiliteit door inzicht in kostenstructuur' worden enthousiaste telers gezocht die deel willen uitmaken van een gesloten werkgroep per teelt. In deze werkgroepen zal open gediscussieerd worden over de diverse kostenposten verbonden aan de teelt.
Het doel van dit project zijn de ntwikkeling en de productie op pré-industriële schaal van nieuwe fytosanitaire biofungiciden voor de biologische bestrijding van ziekten bij bepaalde graangewassen en groenten in de grensoverschrijdende zone.
This trial has been set up to evaluate the efficacy of lipopeptides produced by Bacillus subtilis against powdery mildew (Erysiphe cichoracearum) in courgette. In addition to the lipopetides a chemical reference and two biological products based on seaweed extracts were integrated in the trial.
Om bladverbranding te voorkomen is het belangrijk om de planten met voldoende water nat te zetten voor de behandeling en af te regenen na de behandeling. Verschillende dosissen water werden getest. Deze proef diende als voorproef voor de proeven OL12 ANBM01 en OL12 SEBM01, toepassing van startfosfaten bij andijvie en selder.
Deze proef werd aangelegd om de selectiviteit van Centium 36 CS, toegepast in courgette na planten, na te gaan in het volggewas veldsla.
Courgette bemestingsonderzoek waarbij het effect van het mengen van de fosformeststof in de potgrond bekeken werd. De gebruikte meststoffen waren APP, Novatec Solub, Vivifos en tripelsuperfosfaat. Als positieve referentie diende een puntsgewijze toediening van APP na planten.
Op 22 juni stelde PCG het lopende onderzoek voor op het proefveldbezoek openluchtgroenten. Er werd ingegaan op de lopende proeven en projectwerking binnen diverse thema’s zoals onder andere onkruidbeheersing, rassenonderzoek, plaagbeheersing, invloed van druppel- en subirrigatie en invloed van najaarsbewerkingen bij inzaai van een groenbedekker in functie van de bodemvochtbeschikbaarheid in het voorjaar.
In deze demoproef met mengsels groenbedekkers wordt enerzijds de invloed van vroeg en laat bloeiende rassen van gele mosterd op stikstofopname, gewashoogte en vorstgevoeligheid onderzocht.
Door PCG en PCA werd op 14 augustus 2017 in kader van het Leader project ‘Boeren op een helling’ een demonstratieproef groenbedekkers aangelegd op een perceel in Lierde om verschillende groenbedekkermengsels met elkaar te vergelijken. Er werden daartoe 10 EAG-mengsels geselecteerd en ingezaaid op een tarwestoppel die voorafgaand werd bemest met runderdrijfmest. De zaai gebeurde in combinatie met een diepgronder en rotoreg in één werkgang.
Momenteel worden er volop groenbedekkers uitgezaaid. Veel landbouwers kiezen ervoor om de 5% ecologisch aandachtsgebied (EAG) in te vullen door een groenbedekkermengsel in te zaaien. Daarmee voldoen ze niet alleen aan de EAG-voorwaarde, het levert hen meer op. Een belangrijke regel blijft wel dat je steeds zo snel mogelijk inzaait, want hoe vroeger gezaaid, hoe groter het effect.
De teelt van groenbemesters is voor vele groentetelers een vaste activiteit binnen het teeltplan. De voornaamste redenen voor het zetten van een groenbedekker zijn de stikstofopname na de hoofdteelt en de bodemverbeterende eigenschappen (opbouw koolstofgehalte). Wat de bijkomende invloed is van deze groenbemesters op bvb. bodemziektes of de vermeerdering van plagen of aaltjes, is echter niet altijd geweten.
Knolvoet, veroorzaakt door een slijmzwam (Plasmodiophora brassicae / PLADBR), vormt een belangrijk probleem in bloemkool (Brassica oleracea var. botrytis / BRSOB). Veel telers worden geconfronteerd met volledig aangetaste percelen, omdat preventieve en curatieve bestrijding dikwijls falen. De efficiëntie van een aantal knolvoetbestrijdingsmiddelen werd getest in een veldproef bloemkool, waarbij ook nagegaan werd of een voorbehandeling met een groenbemester een gunstig effect had op knolvoetaantasting.
Het inzaaien van een groenbedekker in het voorjaar is positief voor het nitraatresidu in het najaar. De groenbedekker onttrekt nitraat uit de diepere grondlagen. Na het verteren van de groenbedekker komt de stikstof beschikbaar voor de volgteelt. Zeker bij groenten die pas laat in het voorjaar geplant of gezaaid worden, bijvoorbeeld late prei of late bloemkolen, kan een voorjaarszaai van groenbedekkers nuttig zijn.
In deze proef werden drie zaaitijdstippen van groenbedekkers vergeleken. Het doel van de proef is het demonstreren dat een vroeg zaaitijdstip cruciaal is voor de goede werking van de groenbedekker. Ook werden verschillende groenbedekkers onderling vergeleken.
In deze proef werden 4 soorten groenbedekkers ingezaaid, nl. Italiaans raaigras, bladrammenas, Facelia en gele mosterd. Bladrammenas en gele mosterd werden op twee verschillende tijdstippen voor de volgteelt bloemkool vernietigd.
Hoewel hennep algemeen geassocieerd wordt met zijn hallucinogene eigenschappen, vertoont deze bijzondere plant vooral potentieel in andere toepassingsgebieden. In deze non-drugstoepassingen spreekt men van industriële hennep, duidend op variëteiten die quasi vrij zijn van THC (tetrahydrocannabinol, de chemische stof die voor het roeseffect zorgt) en die geteeld worden voor de productie van grondstoffen zoals vezel en zaad. De vezel kent al een hele toepassingsgeschiedenis in o.a. de bouw-, textiel- en papiersector (tot 8000 jaren geleden zijn er relicten van henneptextiel terug te vinden!). Ook het zaad staat echter reeds lang bekend als een uitstekende bron van allerhande voedingsstoffen. Echter, deze laatste toepassing blijft – zeker in België – vaak onderbelicht en dat is jammer, want het biedt een meerwaarde als aanvulling in ons dieet.
De markt voor lange vlasvezel wordt sterk bepaald door de vraag naar textielvezel. De korte vlasvezels en de lemen (houtig deel van de stengel), die bij de ontsluiting van de lange vlasvezels vrijkomen, werden vroeger als afvalproduct beschouwd. Tegenwoordig is er vanuit de industrie een grote interesse naar natuurlijke grondstoffen ter vervanging van oliegebaseerde grondstoffen voor productie van verschillende materialen. Korte vlasvezels en lemen zijn hiervoor waardevolle producten. Net als vlas kent ook hennep vandaag een afzet als grondstof voor isolatiematerialen, vezelversterkte composieten, technisch textiel en constructiematerialen (technische toepassingen).
Er werd nagegaan of er vroeger geoogst kan worden indien men het zaad in zwad (= in rijen op het veld) laat rijpen. Een belangrijke variabele i.v.m. zaadkwaliteit is het gehalte droge stof (DS). Houdt men enkel rekening met het gehalte DS, dan tonen de resultaten van deze verkennende veldproef inderdaad aan dat het oogsttijdstip vervroegd kan worden. Een tweede onderzoeksvraag - 'Induceert het toppen van de planten tijdens het groeiseizoen een hogere zaadopbrengst?' - werd in deze veldproef beantwoord.
Verse knoflook onderzoek rassen met Sprint (Top Semence), Messidor (Biesheuvel), Germidour (Top Semence), Saba Gold (Biesheuvel), Therador (Biesheuvel), Germidour (Top Semence).
Verse look rassenonderzoek met Messidor (Biesheuvel), Aulxito (Biesheuvel), Garcua (Biesheuvel), Sprint (Top Semence), Germidour (Top Semence),Thermidrome (Top Semence),Topadrome (Top Semence).
Verse look wordt geplant tussen eind oktober en december en wordt geoogst tussen april en juni. PCG heeft een beperkte oppervlakte geplant op de zandgrond van het PCG en de zwaardere grond in Oudenaarde (Tivoli, Sint-Bernardustechnicum). De look is net aan het opkomen.
Teelttechnische proef verse look (herfst) 2017 met onderzoek verse look geteeld in zandleem en verse look geteeld in zand. De beste plantperiode voor verse knoflook is de maand oktober. Wij plantten eind oktober – begin november.
PCG onderzocht via een verkennende screening een aantal bestaande herbiciden voor toepassing in de quinoateelt (Chenopodium quinoa). Wat de demonstratiewerking betreft werden er in 2015 twee velden aangelegd, één in de provincie Vlaams-Brabant (in samenwerking met het Nationale Proeftuin voor Witloof) en een tweede in Zwalm. Samen met het Departement Landbouw en Visserij werden daar enkele variëteitengezaaid. ILVO onderzocht het ideale zaaitijdstip en deed het een bemestingsonderzoek, waarbij op drie rassen verschillende dosissen stikstof op verschillende tijdstippen toegediend worden. Bij Inagro werd onder meer de biologische onkruidbeheersing bij quinoa onderzocht.
PCG onderzocht de selectiviteit van een aantal bestaande herbiciden voor toepassing in de quinoateelt (Chenopodium quinoa). Wat de demonstratiewerking betreft werden er in 2015 twee velden aangelegd, één in de provincie Vlaams-Brabant (in samenwerking met het Nationale Proeftuin voor Witloof) en een tweede in Zwalm. Samen met het Departement Landbouw en Visserij werden daar enkele variëteitengezaaid. ILVO onderzocht het ideale zaaitijdstip en deed het een bemestingsonderzoek, waarbij op drie rassen verschillende dosissen stikstof op verschillende tijdstippen toegediend worden. Bij Inagro werd onder meer de biologische onkruidbeheersing bij quinoa onderzocht.
Quinoa rassenonderzoek met: Atlas, Pasto, 34C2 = Jessie. De rassen werden in Nederland veredeld door de universiteit van Wageningen en werden ter beschikking gesteld door het bedrijf ‘Quinobel’ dat het verdeelrecht heeft van de zaden in België.
In Nederland zijn een vijftiental quinotelers. In ons land maar eentje. Wel lopen er experimenten. In Kruishoutem heeft het Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen een honderd vierkante meter gezaaid. Ze willen er de opbrengst onderzoeken om de boeren te kunnen informeren.
The trial has been set up to evaluate the efficacy of PM14/028 against the cabbage root fly (Delia radicum / HYLERA) in radish (Raphanus sativus var. radicula / RAPSR).
De voorbije jaren testten we verschillende yacon variëteiten uit. De meest productieve rassen en rassen die bovengemiddeld presteerden qua smaak hielden we aan in proef. Zo reduceerden we van 11 naar 8 rassen. Door de klimaatverandering zien we dat we vaker erg droge en warme zomers hebben in onze streken. Daarom is het belangrijk dat we groenten kunnen telen die ook met iets minder water aanvaardbare producties geven. Daarom voerden we in deze proef een eerste screening uit om de klimaatrobuustheid van de yaconrassen na te gaan en te kijken welke rassen het goed doen in drogere omstandigheden.
Via een desktopstudie werden de verschillende mogelijkheden van insleep van virussen en/of nematoden geïdentificeerd en werd de verspreiding van deze nichegewassen in België nagegaan. Telers werden bevraagd over hun ervaringen met de kwaliteit en gezondheid van hun teelt. Op basis van de bevindingen stelden ILVO en PCG informatiefiches op voor bataat, yacon en ulluco die volgens de resultaten het grootste fytosanitair risico vormen en vragen om sensibilisatie. De fiches geven informatie over de virussen en nematoden die aangetroffen werden in deze teelten.
Voor het 8ste jaar op rij werden dit jaar verschillende rassen yacon (Smallanthus sonchifolius) vergeleken in proef. De resultaten over de jaren heen maken het mogelijk rassen te selecteren die over het algemeen beter presteren dan andere.
Voor het zevende jaar op rij werden dit jaar verschillende rassen yacon (Smallanthus sonchifolius) vergeleken in proef. De resultaten over de jaren heen maken het mogelijk rassen te selecteren die over het algemeen beter presteren dan andere. Onderzoek met de rassen: "Blanco" / "Dimi" / Meest courante, gele soort / "Morado" / Peru I / "Rojo" / Uit Cajamarca Peru / Uit Nieuw-Zeeland / Uit Nieuw-Zeeland II "Richard" / Uit Rusland / Witte soort.
Op 10 september 2020 ging het proefveldbezoek & demonstratie rond de teelt van bataat door op het PCG. Bezoekersgids: 1. Teelttechnische proef aanleg bataat / 2. Rassenproef bataat /3. Efficiëntie en selectiviteit van onkruidbestrijdingsmiddelen in bataat / 4. Bewaring bataat / 5. Demonstratie machines / 6. Rassenonderzoek yacon / 7. Innovatieve teelt oca / 8. PRONC: Phytosanitary risks of new crops in Belgian horticulture’
Voor het zesde jaar op rij werden dit jaar verschillende rassen yacon (Smallanthus sonchifolius) vergeleken in proef. De resultaten over de jaren heen maken het mogelijk rassen te selecteren die over het algemeen beter presteren dan andere. Onderzoek met de rassen: "Blanco" / "Dimi" / Meest courante, gele soort / "Morado" / Peru I / "Rojo" / Uit Cajamarca Peru / Uit Nieuw-Zeeland / Uit Nieuw-Zeeland II "Richard" / Uit Rusland / Witte soort.
AZ 500 is een bodemherbicide met een werking tegen breedbladigen en wordt toegepast in voor-opkomst of vroege na-opkomst. De erkende dosis op zaaibed prei of in yacon is 0,2 l/ha. AZ 500 bevat 500 g/l isoxaben in een SC formulering. De formulering bevat geen uitvloeiers, hechters of oliën en is een zachte formulering.
Afnemers wensen niet eenmalig een grote hoeveelheid yacon aan te kopen, zij opteren ervoor om gedurende een langere periode stelselmatig een kleine hoeveelheid yacon af te nemen zodat de consument een continu aanbod aantreft in het winkelschap gedurende een langere periode. Yacon telers willen daarom hun product gedurende een zo lang mogelijke periode kunnen aanbieden. Naast teeltonderzoek is daarom bewaaronderzoek ook heel belangrijk voor de sector.
In deze moeilijke tijd voor landbouwers wordt duidelijk dat ook zij mee moeten met hun tijd en vernieuwing of innovatie hierbij cruciaal is. Veel telers zijn op zoek naar nieuwe teelten zoals bijvoorbeeld Japanse andoorn, yacon, bataat, … die potentieel bieden in de Vlaamse Ardennen. Ondanks de grote interesse in nieuwe teelten, ontbreekt vaak de kennis om er mee aan de slag te gaan. Met verenigde krachten, ervaring en kennis door het oprichten van een Lerend Netwerk in de regio Vlaamse Ardennen zal de introductie en optimalisatie van een nieuwe teelt heel wat efficiënter lopen. Ook de optimalisatie van de nieuwe producten naar smaak, verpakking en bewaring wordt meegenomen in het project naast markt -en ketenontwikkeling.
Op vrijdag 28 juni 2019 organiseerden we het slotmoment van het Leader-project 'Zin voor innovatie: start met nieuwe teelten'. Het programma omvatte de resultaten van het project en een bezoek aan de demotuin innovatieve teelten.