Voor het telen en vermarkten van eetbare bloemen is heel wat kennis noodzakelijk. Niet enkel teelttechnisch dient er nog heel wat uitgeklaard te worden, ook op wetgevend vlak en bewaring is het een uitdaging. Toch kunnen eetbare bloemen ook kansen creëren voor een aantal bedrijven.
Op vrijdag 22 september 2017 kon je deelnemen aan het Netwerkmoment eetbare bloemen. Zowel voor de horeca als voor de teler lonkt de kans om dit product mee op te nemen in hun werking en zo een waardevol extraatje te creëren. Voor de teler kan dit een zekerder inkomen betekenen; de restauranthouder verfijnt zijn menu en geeft het een extra karakter door tevens het regionale te benadrukken.
De projectwerking rond eetbare bloemen bereikt dit najaar zijn hoogtepunt met de organisatie van een afsluitend netwerkmoment en de publicatie van verschillende infofiches die de voornaamste resultaten uit het project bundelen. Het PCG, PCS en VCBT ontwikkelden samen, elk vanuit hun eigen expertise, praktische tips en tricks voor de teelt, de bewaring en de vermarkting van eetbare bloemen binnen het wetgevend kader.
De saffraankrokus, Crocus sativus, behoort tot de lissenfamilie (Iridaceae) en kent zijn oorsprong in Griekenland of Zuidwest-Azië. Naast Crocus sativus zijn er nog heel wat andere krokussen zoals de C. hadriatus, C. niveus, C. thomasii, C. pallasii, C. oreocreticus … Deze krokussen hebben allemaal kleinere meeldraden dan de Crocus sativus en zijn dus minder geschikt voor de teelt van saffraan.
Teelt van eetbare bloemen kan zowel in vollegrond als in pot. Deze keuze zal afhankelijk zijn van de bedrijfsvoering. Als men de bloemen als biologisch product wil commercialiseren, is men wel genoodzaakt om de planten in vollegrond te telen.
Om te weten welke insecten of schimmels zich op de planten bevinden is monitoring essentieel. Op regelmatige tijdstippen een steekproef nemen en enkele planten bekijken is zeker aan te raden. Daar vaak enkel de bloemen worden gecommercialiseerd, kan bij het blad een zekere schadedrempel wel getolereerd worden.
Ook al gaat het vaak om de zelfde bloemensoorten, toch zijn het telen voor de sierteelt en het telen voor de voedselketen twee erg verschillende zaken die strikt uit elkaar moeten gehouden worden. Wanneer een sierteeltbedrijf wil starten met het produceren van bloemen voor consumptie, moet het eerst het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) hiervan op de hoogte stellen. Alle bedrijven die bv. door het telen van eetbare gewassen of het aanbieden van voedsel op het bedrijf in contact komen met de voedselketen, moeten geregistreerd zijn bij het FAVV.
Op donderdag 14 september 2017 organiseerde we een proefveldbezoek innovatieve teelten. Het programma omvatte het bezoeken van de eetbare bloemen, de demo (oca, ulluco, crosne, mierikswortel, suikerwortel), yacon en bataat op het PCG.
Via de demotuin eetbare bloemen laten we telers en chefkoks kennis maken met enkele minder gekende soorten eetbare bloemen. Deze soorten werden puur demonstratief aangelegd en werden voorgesteld op het proefveldbezoek ‘innovatieve teelten’. Bij resultaten en bespreking kunnen foto’s teruggevonden worden van de verschillende soorten eetbare bloemen in de demotuin.
In het smaak- en consumentenonderzoek eetbare bloemen, uitgevoerd in het smaaklokaal van PCG, werd nagegaan wat de invloed van bloemsoort en teeltmethode is op de acceptatie van de eetbare bloemen door consumenten op het gebied van geur, smakelijkheid, smaak, textuur, uiterlijk en aankoopbereidheid op basis van smaak en uiterlijk.
Twee soorten bloemen werden beoordeeld door 56 consumenten: bernagie en Oost-Indische kers. Beide bloemen werden in openlucht in vollegrond en in de serre zowel in pot als in vollegrond geteeld.