Op 22 juni stelde PCG het lopende onderzoek voor op het proefveldbezoek openluchtgroenten. Er werd ingegaan op de lopende proeven en projectwerking binnen diverse thema’s zoals onder andere onkruidbeheersing, rassenonderzoek, plaagbeheersing, invloed van druppel- en subirrigatie en invloed van najaarsbewerkingen bij inzaai van een groenbedekker in functie van de bodemvochtbeschikbaarheid in het voorjaar. Enkele thema's worden hieronder toegelicht. De volledige bezoekersgids kan u raadplegen onderaan het artikel.
Onkruidbeheersing in spinazie
In de teelt van spinazie is een geslaagde onkruidbestrijding van cruciaal belang. Moeilijke onkruiden hier zijn o.a. melganzevoet en zwarte nachtschade. In de proef op PCG lagen verschillende objecten aan. Vlak na zaai is een 3-ledig schema van Goltix 700 SC, Centium 360 CS en Frontier Elite veilig en efficiënt. In 2-blad stadium kan dan een correctie volgen met 1,25 l Astrix EC en 0,25 l Matrigon. Deze bespuiting veroorzaakt lichte verbranding op het blad. Of dit effect heeft op de opbrengst zal moeten blijken uit de opbrengstbeoordeling. Een andere mogelijkheid is om voor zaai 3,6 l Avadex Factor in te werken. Dit zal zorgen dat het onkruid verzwakt bovenkomt. Kort voor zaai een 2de behandeling met Centium 360 CS en Frontier Elite is eveneens veilig voor de spinazie.
Er lag ook een mechanisch object in de proef, waarbij kort voor opkomst een 1ste passage met de precisiewiedeg plaatsvond. Ook in kiemlob passeerde deze wiedeg. Voor een efficiënte onkruidbestrijding is dit onvoldoende. Het advies is om met een precisiewiedeg te starten kort na zaai, 2-3 keer te passeren voor opkomst en ook in na opkomst 2-3 passages uit te voeren.
Invloed van najaarsbewerkingen op de ontwikkeling van snijrogge
Binnen de huidige wetgeving winnen groenbedekkers de laatste jaren aan belangstelling. Een beredeneerde keuze van techniek of soort groenbedekker heeft een grote impact op de bodem en bijgevolg de volgteelten. In de proef op PCG werd na uien snijrogge ingezaaid met vier verschillende technieken. 1 object werd niet ingezaaid en bleef onberoerd tot het voorjaar. De ontwikkeling van de snijrogge liep nogal uiteen. Bij een ondiepe, extensieve bewerking groeide de snijrogge tot een hoogte van 20 cm. Bij een intensieve diepere bewerking met een cultivator met brede beitels bereikte de rogge een gewashoogte van 35-40 cm. In het naastgelegen object bereikte de rogge een hoogte van 60-70 cm. In één werkgang passeerde een diepgronder (met vier tanden op drie meter) gevolgd door een schijveneg die oppervlakkig het zaad inwerkte. Een intensieve bewerking met de spitfrees zorgde voor een uniforme kieming en opkomst van de snijrogge, maar de ontwikkeling viel stil na de winter. In een volgteelt sla zal de stikstofvrijstelling en vochtbeschikbaarheid verder opgevolgd worden.
Invloed van bodembewerkingen op N-vrijstellingen in preiteelt
In Kruishoutem op de proefpercelen van PCG loopt dit seizoen een uitgebreide preiproef waarin het effect van verschillende bodembewerkingen op de stikstofvrijstelling in de bodem wordt gemeten. Maandelijks wordt de minerale stikstofinhoud en het bodemvochtgehalte gemeten en op vier tijdstippen ook de stikstofopname door het gewas. Deze proef kadert binnen het VLAIO LA-traject ‘MiNiMax: Mineralisatie van stikstof uit bodemorganische stof maximaal benutten’. Niet alleen in prei, maar ook in aardappelen en maïs wordt een vergelijkbare proef aangelegd. Daarnaast worden 36 praktijkpercelen opgevolgd verspreid over Vlaanderen. De gegevens van deze praktijkpercelen alsook de actuele minerale stikstofinhoud is hier te vinden.
Meer info?
Annelien Tack
Jonas Bodyn
Lore Lauwers
Samenwerking
De voorgestelde proeven in het kader van de lopende projecten kan je bekijken in de bezoekersgids.
Vele proeven komen tot stand met de financiële steun van de provincie Oost-Vlaanderen en de Vlaamse Overheid. Departement Landbouw en Visserij. Afdeling Voorlichting. Doelgroepenbeleid en Kwaliteit Plant.

De proeven ‘Rassenproef prei vroege herfst’ en ‘Najaarsbewerkingen bij inzaai groenbedekker i.f.v. bodemvochtbeschikbaarheid in het voorjaar’ worden aangelegd in het kader van het project ‘Slimme combinatie van teeltkeuze en technologie voor een rendabele klimaatrobuuste land- en tuinbouw’. Dit project kadert in het Relanceplan ‘Vlaamse Veerkracht’ en de ‘Blue Deal’

Het enquêteformulier beoordeling prei kadert binnen de operationele groep ‘Rassenevaluatie door de community’ i.f.v. het Care4Growing platform.

De proef ‘Verfijning van druppelirrigatie strategie in prei’ ligt aan in het kader van het VLAIO LA-traject ‘Datagedreven regeling van druppelirrigatie voor een duurzame Productie in de tuinbouw’.
De koolvliegproeven rond biologische bestrijding liggen aan in het kader van het VLAIO LA-traject ‘Duurzame beheersing van koolvlieg’.
De tripsproeven in uien en prei liggen aan in het kader van het VLAIO LA-traject ‘IPMTrips: geïntegreerde beheersing van de bladtrips (Thrips tabaci) in openluchtgroenten’.
De proef ‘Effect van subirrigatie in haver’ ligt aan in het kader van het VLAIO LA-traject ‘Opportuniteiten voor peilgestuurde drainage in Vlaanderen’.
De proef ‘Impact bodembewerkingen op N-vrijstellingen in preiteelt’ ligt aan in het kader van het VLAIO LA-traject ‘MiNiMax: Mineralisatie van stikstof uit bodemorganische stof maximaal benutten’

De proeven rond fytodripbehandeling bij bloemkolen liggen aan in het kader van ‘Waarnemingen en waarschuwingen in vollegrondsgroenten’.
De proef ‘Chemische en mechanische onkruidbestrijding in spinazie’ ligt aan met de steun van Ingro. De proef ‘Evaluatie van herbicidenschema’s in prei’ ligt aan met de steun van Greendiamond en de kwaliteits- en houdbaarheidsmetingen en ziektegevoeligheid in de rassenproeven prei worden mee ondersteund door Veiling REO