GO

Nieuws

Vervolgproef Verticillium bij biologische aubergine in tunnel

Vervolgproef Verticillium bij biologische aubergine in tunnel

In het kader van het CCBT-project 'Optimalisatie aubergineteelt: rassenkeuze en belang van geënte planten'

Auteur: PCG bio beschutte teelt/vrijdag 14 oktober 2022/Categorieën: Bio_beschutte_teelt, Vruchtgroenten_BIO, aubergine_BIO, Projecten, CCBT, AUBO, Actueel, Niet-leden

De bodemgebonden schimmel Verticillium zorgt voor een uitdaging bij aubergineteelt in de tunnel. In het kader van het CCBT-project rond de optimalisatie van de biologische aubergineteelt lag in 2021 op het PCG een rassenproef aan om te achterhalen hoe verschillende rassen paarse aubergines presteren in een tunnelteelt op vlak van opbrengst en ziektegevoeligheid voor Verticillium. Hierbij werd ook bekeken of het enten van de planten een meerwaarde kon zijn. 

Op basis van de opbrengsten uit deze proef werden de meest beloftevolle rassen geselecteerd waarna dit jaar verder onderzoek werd gedaan naar hun gevoeligheid voor Verticillium. De rassen Lemmy (Vitalis), Bartok (Vitalis), Black Pearl (Vitalis) en Amalia (Graines Voltz) werden geselecteerd. Dit zijn de rassen die in de uitgebreide rassenproef in 2021 ongeënt de hoogste opbrengst haalden onder Verticilliumdruk. Dit jaar werden deze rassen niet aangelegd in de tunnels op het PCG, maar bij een aantal bio praktijkbedrijven met Verticillium in de bodem. Naast deze vier rassen worden ook de verschillen tussen de ongeënte planten en de rassen geënt op Mao onderzocht. Uit de rassenproef in 2021 bleek Mao namelijk één van de geschikte onderstammen voor geënte aubergineplanten bij een tunnelteelt, zowel op vlak van opbrengst als op vlak van tolerantie tegen Verticillium.

Bij de praktijkbedrijven werden reeds op verschillende momenten gedurende de teelt bladbeoordelingen uitgevoerd waarbij de score afhankelijk was van de mate van bladsymptomen. Aan het begin van de teelt leken de geënte planten minder bladsymptomen te vertonen dan ongeënte planten, vooral bij de bedrijven met een hoge ziektedruk. Naarmate de teelt vorderde en de ernst van de bladsymptomen toenam, verdween deze trend. De eerste resultaten geven op vlak van bladsymptomen ook nog geen duidelijke rasverschillen aan.

Gedurende de teelt werden bladbeoordelingen uitgevoerd waarbij de score afhankelijk was van de mate van bladsymptomen.

Foto: Gedurende de teelt werden bladbeoordelingen uitgevoerd waarbij de score afhankelijk was van de mate van bladsymptomen.

Binnenkort zullen we een bijkomende indicatie krijgen van de mate van aantasting door Verticillium. Aan het einde van de teelt zullen alle stengels worden doorgesneden en wordt de verkleuring van de vaatbundels beoordeeld. Hierbij geldt, hoe donkerder de kleur van de vaatbundels, hoe zwaarder de aantasting door Verticillium, want de kleur van gezonde vaatbundels is wit. Vorig jaar zagen de vaatbundels van de geënte planten er voor alle rassen beter uit dan die van de ongeënte planten. Dankzij deze vervolgproef bij praktijkbedrijven kunnen we de mate van gevoeligheid van rassen en het belang van enten aantonen onder verschillende teeltomstandigheden en ziektedruk. Zo willen we de telers een basis geven om weloverwogen keuzes te maken die bijdragen tot een succesvolle aubergineteelt in bio tunnels.

 

Meer info?

Bio beschutte teelten

 

In samenwerking met

Deze proef kwam tot stand in het kader van het CCBT project ‘Optimalisatie aubergineteelt: rassenkeuze en belang van geënte planten’

 

Print

Aantal keer bekeken (1310)/Commentaren (0)

Links