GO

Nieuws

Uien telen blijft een uitdaging

Uien telen blijft een uitdaging

Rassenkeuze is van groot belang voor een geslaagde teelt.

Auteur: PCG openluchtteam/maandag 21 februari 2022/Categorieën: Openluchtteelt, Uien_ajuin_OL, Actueel, Niet-leden

De afgelopen jaren heeft het areaal uien in Vlaanderen een enorme groei gekend. In ons teeltgebied gaat een groot deel van de uien naar de diepvriesindustrie en de schillerijen. Een kleiner, maar nog steeds aanzienlijk aandeel, vertrekt naar de versmarkt voor onder andere export. Schillerijen zijn gebaat bij een hoge opbrengst en snelle verwerking. Het aandeel fijne uien (-60 mm) is liefst zo klein mogelijk en de uien moeten makkelijk te schillen zijn. Voor de versmarkt zijn harde uien gewenst die liefst zo weinig mogelijk schil verliezen. Ook de maatsortering is hier van belang. Veel uien in de maat 50-70 mm geven een mooi financieel resultaat.

 

Rassenkeuze is van groot belang voor een geslaagde teelt

Sinds afgelopen jaar zal, naast de hardheid en droogtetolerantie, ook de vatbaarheid voor ziekten niet onbelangrijk zijn in de rassenkeuze. Ook in 2021 had PCG een rassenproef zaaiui aanliggen. Rassen met Spaans bloed, zoals Bonus, Medusa, Hysinger en SV4774NW vertoonden begin augustus al een zware aantasting van valse meeldauw met ± 80% aangetast bladoppervlak. Bij de Rijnsburgertypes zoals Progression, Hybelle en Paradiso was toen nog ‘maar’ 20% van het bladoppervlak aangetast. Het is nog vroeg om vast te stellen of de rasverschillen groot genoeg zijn om daarop de keuze te baseren, dus voorlopig blijft het advies: vroeg genoeg starten met behandelen, een strak schema aanhouden en voldoende middelen afwisselen. Verder onderzoek moet uitwijzen of de rastoleranties een rol van betekenis kunnen spelen om het middelengebruik beredeneerd in te perken.

In droge jaren werden zeer goede resultaten gehaald met SV6646NW, SV4774NW, Bonus en Medusa. Ten koste van hun houdbaarheid werden topopbrengsten gerealiseerd met grove sorteringen. Voor de snelle, industriële verwerking blijven het goede rassen. Ook Hysinger haalt al enkele jaren topopbrengsten met grove uien. Ook in een nat jaar halen deze rassen topopbrengsten zonder er met kop en schouders bovenuit te steken. Hybelle, Donna en Hyfive haalden namelijk even grote tonnages met een aanzienlijk deel aan grove uien. Voldoende vocht op het moment van bolvorming speelt hierbij een cruciale rol zagen we dit jaar. Met een goede spruitrust en een goede hardheid haalden we in het verleden mooie resultaten op de lange bewaring met Paradiso, Hypark, Progression, Hystore, Firmo en Motion. Sinds 2021 zien we ook dat ze beschikken over een enorm opbrengstpotentieel. Met 50-65 ton netto per ha halen ze zeer goede opbrengsten in een nat jaar. Dit rijtje kan worden aangevuld met Hyway, Centro en Dormo. Samen met SV3557ND bleven Centro en Dormo echter een beetje achter in de opbrengst.

Ook uit het vroege segment lagen een aantal rassen in de proef. Fasto bewees wederom zijn waarde met een mooie opbrengst van 50 ton die gepaard ging met een grove sortering. Hytune en Promotion scoorden net iets hoger in opbrengst met een iets minder grove sortering. Ook Hybing en Hysky, welke Fusariumtolerant is, scoorden goed in opbrengst met respectievelijk 60 ton en 57 ton maar bleven achter in sortering. Nation en Vento scoorden dit jaar minder in opbrengst. Het advies voor deze rassen luidt dat ze meer geschikt zijn voor lichte grond, iets wat proeven in het verleden al bewezen hebben. Pocono, Bruce, 37-117 en Shakito werden voor de eerste maal meegenomen in de proef. Na wat opkomstproblemen haalde Pocono een mooie opbrengst met een grove sortering. Bruce en 37-117 scoorden met respectievelijk 52 ton en 57 ton en met 20 en 25% grove uien gemiddeld en zijn dus beloftevol. Shakito haalde een gelijkaardige opbrengst met net iets minder grove uien.Deze rassen werden opgevolgd in de bewaring om hun kwaliteit te bepalen na (middel)lange bewaring.

 

Grafiek: Opbrengst en maatsortering rassenproef zaaiuien 2021

 

Onkruidbestrijding zonder Xinca vraagt specifieke aanpak

Het selectieve, breedwerkende contact-herbicide Xinca verdwijnt uit de markt. Dit zal in de toekomst vragen om een specifiekere aanpak. Uien blijven zeer gevoelig vanaf het vlagstadium tot het 1ste pijpje 2-3cm groot is. Op dat moment kunnen we niet spuiten om wegval te voorkomen. Vanaf dan gaat opruimen zonder Xinca ook een probleem worden. Lentagran 45 WP heeft een partner nodig voor een goede werking. De bodemherbiciden worden daarom des te belangrijker, Met kort na zaai de toepassing van Stomp Aqua en eventueel aangevuld met AZ 500 voor een bredere werking. Tijdens opkomst kan er nog een 2de keer Stomp Aqua gespoten worden, proeven tonen aan dat ook Lentagran 45 WP geen schade doet op dat moment. Let wel: de uien mogen nog niet in vlagstadium staan. Net boven en nog ‘dubbelgevouwd’, is het perfecte moment. Met de toevoeging van Lentagran 45 WP worden kleine, kiemende onkruidjes geraakt waardoor we, na het verschijnen van het 1ste pijpje, minder grote onkruiden zullen moeten opruimen. Hier zal nog verder onderzoek op gebeuren om de verschillende middelen te gaan koppelen aan het juiste stadium van de uien om geen schade te hebben.

 

Uien hebben geen hoge stikstofdosis nodig

Binnen de stikstofbemestingsproef in 2021 werd er gevarieerd in de dosis van de basisen de twee bijbemestingsmomenten. Een hoge stikstofdosering bij start met urean zorgt niet voor significant lagere opkomstcijfers. Al lijken hogere startbemestingen wel te zorgen voor een minder gewasvolume 12 weken na zaaien. Dit herstelt zich verder in de teelt. Er is geen extreme stikstofuitspoeling naar diepere grondlagen vastgesteld tijdens de proef. Een hoge bijbemesting zorgt dat het gewas en de toppen langer groen blijven en iets later afrijpen. Deze hoge bijbemesting vind je ook terug in het nitraatresidu bij oogst. Maar bijna alle objecten behalen een nitraatresidu bij oogst onder de 80 kg NO3-N/ha en vele zelfs onder de 65. Er zijn geen statistische verschillen op vlak van opbrengst, sortering en bewaring die rechtstreeks gelinkt kunnen worden aan de toegediende bemesting op dit perceel. Meer informatie van deze proef kan je terugvinden op www.groentenadvies.be.

 

Ongekende druk van valse meeldauw in 2021

Na een aantal droge jaren met quasi geen ziektes in de uien kregen we in 2021 een heleboel neerslag over ons heen. Dit resulteerde in weinig tot geen tripsschade en topopbrengsten op vele plaatsen, waar op andere plaatsen de druk van valse meeldauw niet onder controle te houden viel. Verschillende proeven toonden aan dat we ons geen zorgen moeten maken over het wegvallen van Mancozeb. Technisch gezien is valse meeldauw perfect onder controle te houden in jaren van hoge druk zonder Mancozeb. Of de portefeuille daar zo tevreden mee is, dat is natuurlijk een andere vraag. Oxathiapiproline-houdende middelen, waaronder Orondis Plus Amistar(*) en Zorvec Endavia, bewezen hun waarde. Deze middelen afgewisseld met een strobilurine zoals Fandango biedt een zeer sterke bescherming aan de plant. Het aanbod aan middelen slankt enorm af, en zal ook in de toekomst blijven verminderen. Om resistentie te vermijden zal er daarom de komende jaren rekening gehouden moeten worden met de FRAC-adviesrichtlijnen om al onze middelen te kunnen behouden als bestrijding van valse meeldauw.

(*) Eén van de aangehaalde middelen met een goede werking was Orondis Plus Amistar. Deze combinatie is in België echter niet erkend. In België is enkel de combinatie van Orondis Plus met Ortiva erkend. Beide partners bevatten dezelfde actieve stof maar in de Belgische uienteelt kan enkel gebruik gemaakt worden van Ortiva.

Print

Aantal keer bekeken (4427)/Commentaren (0)

Links